De rekening-courantpositie van varkensbedrijven is in het tweede kwartaal van 2020 ruim 30.000 euro gedaald en kwam eind juni uit op gemiddeld 134.000 euro. Dat ligt nog wel bijna 100.000 euro hoger dan juni vorig jaar toen de stand 35.000 euro was. Vanaf april 2019 ging de rekening-courantpositie vrijwel elke maand omhoog tot de top van 167.000 euro.
De verbetering was te danken aan de fors gestegen opbrengstprijzen. Zowel de prijzen van biggen als van vleesvarkens stegen vanaf april vorig jaar door een grotere vraag naar varkensvlees, vooral uit China. In dat land is de varkensstapel vorig jaar ongeveer gehalveerd door de Afrikaanse varkenspest (AVP). Maar ook andere Oost-Aziatische landen hebben te kampen met uitbraken van AVP en hebben een grotere importbehoefte. De vleesvarkensprijzen piekten in december en de biggenprijzen in maart van dit jaar.
Prijzen biggen en varkensvlees lager door coronacrisis
De wereldwijde uitbraak van Covid-19 heeft geleid tot grote marktverstoringen. In Nederland en Duitsland moesten diverse slachterijen de deuren sluiten vanwege besmettingen van medewerkers. De sluiting leidde tot verstoring van de aan- en afvoer van dieren. Ook heeft China, ondanks grote tekorten, de grenzen gesloten voor diverse slachterijen in Nederland, Duitsland en Denemarken. Varkensprijzen in Nederland zijn sinds begin maart met een derde gedaald. Dit had grote gevolgen voor de liquiditeitspositie van varkenshouders.
Aan de uitgavenkant is het beeld wisselend. De uitgaven voor aankoop van biggen waren in het tweede kwartaal van dit jaar lager dan voorgaand jaar. De voerkosten zijn in de afgelopen maanden iets opgelopen door hogere prijzen van grondstoffen maar ze liggen nog wel iets lager dan in het tweede kwartaal van 2019. De aanvankelijke verstoring van de wereldhandel in grondstoffen normaliseerde weer snel met licht oplopende prijzen van granen en iets lagere prijzen van eiwitrijke grondstoffen. De mestkosten zijn in het tweede kwartaal lager dan vorig jaar, geholpen door gunstige weersomstandigheden bij het uitrijden.
In verband met de gevolgen van de coronacrisis hebben banken ondernemers aangeboden om gedurende zes maanden geen aflossingen en soms ook geen rente te betalen. Daar is door banken verschillend invulling aan gegeven en door ondernemers wisselend gebruik van gemaakt. Gevolg is dat bij veel ondernemers de aflossingen van maart naar april verschoven. Dit vertekent het beeld van de maandelijkse liquiditeitsontwikkeling in maart gunstig en in april ongunstig. De betalingen aan de belastingdienst zijn dit jaar een stuk lager dan voorgaand jaar. Ondernemers hebben dit kwartaal verder minder leningen opgenomen voor investeringen.
De stand van de rekening courant is een resultante van de bij- en afschrijvingen. Ook neveninkomsten en privé-uitgaven zijn in het saldo verwerkt. Aflossingen van leningen en investeringen hebben ook invloed op de rekening courant.
Liquiditeit zeugenbedrijven licht verbeterd
De liquiditeitspositie van zeugenbedrijven is in het tweede kwartaal nog iets verbeterd, vooral dankzij de hoge biggenprijzen in maart en april. Vergeleken met juni vorig jaar staat de rekening courant bijna 140.000 euro hoger dankzij de fors hogere opbrengsten. Wel liggen de biggenprijzen in mei en juni gemiddeld 9 euro onder het niveau van vorig jaar. Daarmee is de top van rekening-courantpositie bereikt. Vanaf april heeft de biggenhandel veel last van de onzekerheid door de coronacrisis. Dat geldt vooral voor de exporten naar Zuid- en Oost-Europa. De binnenlandse afzet staat ook onder druk want de animo om biggen te bestellen neemt sterk af door de moeizame afzet van vleesvarkens. Zolang er overschot op de varkensmarkt is, zal ook de druk op de biggenprijs hoog blijven.
Liquiditeit vleesvarkenshouders gedaald
De rekening-courantpositie van vleesvarkenshouders is in het tweede kwartaal gedaald. Ultimo juni was de stand 126.000 euro. Dat is een daling van 39.000 euro ten opzichte van eind maart, maar nog wel ruim 62.000 euro hoger dan juni vorig jaar. De daling in het tweede kwartaal is vooral veroorzaakt door lagere prijzen voor vleesvarkens in mei en juni. Daarmee ligt de opbrengstprijs van juni 11 procent onder het niveau van juni vorig jaar en slechts 2 cent per kg boven het tienjarig gemiddelde. Ook de biggenprijzen daalden fors, maar dat gaf onvoldoende compensatie om een daling van de rekening-courant te voorkomen.
De groep ‘gesloten varkensbedrijven’, met zowel zeugen als vleesvarkens is voor de liquiditeit vooral gevoelig voor de opbrengstprijs van vleesvarkens die op dezelfde bedrijven eerst als biggen zijn geproduceerd en opgefokt. Compensatie van lage vleesprijzen door goedkope biggen is hier dus niet mogelijk. Deze groep heeft in het tweede kwartaal de grootste liquiditeitsdaling voor de kiezen gekregen, mede door de grote bedrijfsomvang.
Herstel van aanvoerketens en markttoegang voorwaarde voor verbetering prijzen
Covid-19 heeft geleid tot marktverstoring en forse prijsdalingen. Door gunstige resultaten daarvoor is er op varkensbedrijven gelukkig sprake van ruime liquiditeitsbuffers. Daarmee is de prijsval op dit moment weliswaar groot, maar nog niet dramatisch. De verslechtering van de markt raakt de komende periode vooral zeugenbedrijven. Vleesvarkensbedrijven vangen een deel van de marktdaling op via de lagere biggenprijs. De verslechtering van de liquiditeiten zal doorzetten zo lang de afvoer van varkens naar slachterijen en de export naar China is verstoord.
Structureel gezien is de mondiale markt voor varkensvlees echter erg krap. Het wachten is op volledig herstel van het slachtproces en van afzetmogelijkheden. AVP in Oost Azië heeft geleid tot verlies van minstens een kwart van de varkensstapel wereldwijd. Deze productiecapaciteit kan niet snel worden hersteld. Het zal nog enkele jaren duren voordat de wereldwijde productie weer op het niveau ligt van voor de grote uitbraak van AVP. Daarmee is het vooruitzicht voor de varkensmarkt op de langere termijn gunstig, mits er geen handelsbelemmeringen of beperkingen door Covid-19 meer zijn.