Biggen bijvoeren in de kraamstal. Dat dit noodzakelijk is om de opstart van de big na spenen te bevorderen, is inmiddels wel bekend. En door toegenomen toomgroottes en het magerder worden van de moderne zeug, is het nog belangrijker geworden om het bijvoeren in de kraamstal goed te managen.
Weet jij vanaf welke dag je het best kunt beginnen met bijvoeren, waar je op moet letten en hoe je zorgt dat je de juiste hoeveelheden voert? Lennert Teuwen, adviseur Varkens bij Agrifirm, weet hier alles van! Hij legt uit hoe protocollen en maatschepjes je kunnen helpen om succesvol bij te voeren in de kraamstal en zo de bigkwaliteit te verhogen.
Voorkom die speendip
Om de bekende speendip te voorkomen, is het belangrijk dat zoveel mogelijk biggen voldoende vast voer opnemen voor spenen. Onderzoek heeft aangetoond dat beginnen met bijvoeren vanaf dag 2 na spenen een positief effect heeft op de totale voeropname voor spenen. Lennert legt uit waar je op moet letten: ”Het is uitermate belangrijk om hygiënisch te werk te gaan en de biggen naar behoefte vers voer te verstrekken. Door te zorgen dat de biggen minstens eenmaal per dag het bakje leeg vreten, houd je de omloopsnelheid hoog en daarmee het voer vers. Hierdoor blijven de biggen nieuwsgierig en bereidwillig om voer op te nemen.”
Door te zorgen dat de biggen minstens eenmaal per dag het bakje leeg vreten, houd je de omloopsnelheid hoog en het voer vers.
Werk gestructureerd
Maak gebruik van maatschepjes en protocollen om structuur aan te brengen in het bijvoeren van de biggen, luidt de volgende tip. Door middel van de maatschepjes en protocollen wordt het voor iedereen makkelijker om doeltreffender biggen bij te voeren in de kraamstal.
De tips van Lennert op een rij
- Voer bij vanaf dag 2 na werpen
- Ga hygiënisch te werk
- Verstrek vers voer
- Voer naar behoefte
- Zorg dat het bakje minstens 1x per dag leeg is
- Gebruik aparte voerschepjes per leeftijdscategorie
Bron: Agrifirm