Jaarlijks is er in Nederland zo’n twee miljard kilogram voedsel verspild. Een belangrijke oorzaak daarvan is het verbod om reststromen uit horeca en retail te gebruiken voor diervoeders. Zonde en onnodig, vindt Karel van der Velden, business development manager bij diervoederproducent Nijsen Company. “Ook die rest- en zijstromen kunnen prima veilig en verantwoord worden gebruikt in varkens- en kippenvoer.”
Nijsen produceert al jaren diervoeders gemaakt van restproducten uit de levensmiddelenindustrie, zoals deeg, koek, snoep en sauzen. Als het aan het Limburgse bedrijf ligt, komen daar snel ook de reststromen uit de horeca en detailhandel bij. “De politiek, maar ook de keten, is zeer huiverig voor het verruimen van de mogelijkheden op dat gebied,” weet Van der Velden.
Complexe reststromen
“Het zijn complexe, samengestelde reststromen waarin dierlijke bijproducten kunnen voorkomen. Daarom is het gebruik daarvan sinds de uitbraak van BSE, de gekkekoeienziekte, eind vorige eeuw niet meer toegestaan. Die reststromen verdwijnen nu volledig uit ons voedselproductiesysteem, terwijl ze met de juiste kennis, handelingen en middelen via diervoeders juist behouden kunnen blijven in de voedselkringloop.”
Eco-feed
In landen als Amerika, China en Japan is swill – zoals de organische resten uit bijvoorbeeld bedrijfskeukens en supermarkten genoemd worden – al jaren succesvol ingezet voor de productie van diervoeders. Eco-feed heet dat. Van der Velden: “Met Eco-food ga je voedselverspilling tegen, je vermindert de CO2-uitstoot en je hebt minder grond nodig voor het verbouwen van grondstoffen voor diervoeders, zoals voedergranen. Daarvan moeten we ook in Nederland en Europa gaan profiteren. Nijsen is daarom in de publiek-private samenwerking RENEW gestapt. We willen
aantonen dat Eco-feedtoepassingen ook hier prima mogelijk zijn.”
Project RENEW
Project RENEW staat voor ‘Rest- en zijstromen voor Eco-feedtoepassingen voor Nederland met aandacht voor circulaire voedselsysteemontwerpen en waardering door consumenten’. Een ketenbreed consortium van bedrijven en organisaties is een onderzoek gestart naar het gebruik van samengestelde reststromen uit foodservice en retail als grondstof voor diervoeders (Eco-feed), om zo voedselverspilling tegen te gaan.
Van der Velden: “Wat is er nodig in economisch opzicht en met aandacht voor het milieu, klimaat en dierenwelzijn om reststromen geschikt te maken voor diervoeders? Dat gaat men tijdens RENEW onderzoeken. Maar ook: wat is er nodig om Eco-feedtoepassingen geaccepteerd te krijgen door consumenten en ketenpartijen?” Want daar zit volgens Van der Velden een van de grootste uitdagingen. “Als je mensen vraagt of ze zalm willen eten die gevoed is met insecten, vindt niemand dat een probleem. Als je vervolgens vertelt dat die insecten mest en voedsel met dierlijke resten
hebben gegeten, ontstaat er weerstand. Die weerstand wil men me het project weghalen.”
Insecten
Nijsen en andere private partijen gaan tijdens RENEW minimaal twee nieuwe ketenconcepten voor Eco-feedtoepassingen ontwikkelen. Van der Velden: “Het is het meest efficiënt om van de reststromen direct diervoeders te maken, maar daarvoor is het nu nog te vroeg. Daarom gaan we kijken of en hoe we bijvoorbeeld insecten kunnen inzetten voor het converteren van organische stoffen. Als dat goed werkt, kan de volgende stap gezet worden.”
“Dieren spelen een onmisbare rol in ons voedselproductiesysteem,” besluit Van der Velden. “We moeten toewerken naar een gesloten voedselsysteem. Er is immers maar één planeet, daar moeten we zuinig op zijn.”
Bron: Nijsen