Veel bedrijven zien direct na het spenen een dip in de biggengroei. Adviseur Herman Janssen van Gebrs. Fuite legt uit hoe dit probleem ontstaat en vertelt over de oplossing die de voerleverancier uit Genemuiden hiervoor heeft gevonden.
“Een big is voor het spenen een hoog voerniveau gewend. Daar is zijn darmstelsel bij het spenen dan ook op ingericht”, vertelt Janssen. “Na het spenen valt de voeropname weg. De biggen leven dan nog wel een tijdje op energie die ze nog hebben vanuit de zeugenmelk, maar na twee tot drie dagen krijgen ze honger. Dan overeten ze zich, de spijsvertering kan het niet aan, met als gevolg buikpijn en een voeropname die in elkaar zakt”, legt hij uit. “Er ontstaat een jojo-effect met een slechte groei, waarbij het maagdarmkanaal beschadigt. Dit geeft ziekteverwekkers meer kans.”
Coating met fermentmix
De oplossing voor het probleem is volgens Janssen het biggenvoer met fermentmix met melkzuurbacteriemengsel dat Gebrs. Fuite sinds zo’n twee maanden biedt. “Wij hadden al goede ervaringen met deze fermentmix in vloeibaar speenvoer voor bedrijven met brijvoer. Dat bracht ons voor droogvoerbedrijven op het idee om na het persen de brok te coaten met fermentmix. Dit hebben we stap voor stap ontwikkeld en passen het nu standaard toe.”
‘Biggen vertrekken beter’
Janssen is zeer tevreden over de resultaten van het met fermentmix gecoate voer. “We zien dat biggen al voor het spenen een veel betere voeropname hebben. Ik hoor varkenshouders zeggen dat de biggen voor het spenen twee tot drie keer zoveel voer opnemen. Ze vertrekken beter. Ook na het spenen is de voeropname duidelijk beter. De biggen zijn meteen actief op zoek naar het voer. Dit komt door het melkzuur. Dit maakt het voer smakelijk, waardoor de biggen meteen gaan eten. Een klant vertelde mij dat de gespeende biggen binnen tien minuten de kop in de voerbak hebben.”
Betere vertering
De betere start werkt langere tijd goed door. “Betere voeropname betekent een betere speekselproductie. Speeksel draagt bij aan de productie van maagzuur, waardoor de pH in de maag omlaag gaat. Melkzuur helpt daar ook bij. Een lage pH in de maag is belangrijk voor de eiwitvoorvertering en zorgt ervoor dat schadelijke bacteriën minder makkelijk het maagdarmkanaal kunnen bereiken. Dit zie je terug in veel minder problemen met streptococcen- en coli-infecties”, legt de adviseur uit.
Meer verteringssappen
Ook als het voer de maag gepasseerd is, heeft het melkzuur invloed. “Melkzuur stimuleert de pancreas”, vertelt Janssen. “Zo worden er meer verteringssappen afgescheiden naar de dunne darm. Daardoor wordt het eiwit in de dunne darm beter verteerd. Deze eiwitten komen dan niet in de dikke darm, waardoor ziekteverwekkers minder kans krijgen om terug te groeien in het maagdarmkanaal en daar schade aanrichten.”
Lagere kostprijs, meer arbeidsvreugde
De betere opname en betere vertering zorgen voor gezonde biggen. Dit maakt de fermentmix, die Fuite standaard aan het biggenvoer toevoegt, volgens de adviseur kostprijstechnisch interessant. “De voeropname neemt met acht tot tien procent toe, wat zich vertaalt in een groeiverhoging van tien tot twaalf procent. We zien dat de betere gezondheid leidt tot een lager sterftepercentage en minder slachtbiggen. Dus meer verkoopbare biggen per zeug. We praten zo al gauw over een voordeel van één tot anderhalve euro per big, dus zo’n 32 tot 50 euro per zeug. Een voordeel dat in de huidige marktsituatie zeer welkom is. Maar bovenal zorgen gezonde biggen voor minder arbeid en meer werkplezier. Je hoeft niet elke keer terug te lopen om met een big bezig te zijn die het niet goed oppakt”, besluit hij.
Tekst: Gerben Hofman
Beeld: Ruben Lijzinga