Een geoptimaliseerd lokale klimaat voor biggen zorgt voor een hogere overlevingskans. Daarom is het essentieel voor uw productie om te leren hoe u de lokale omgeving kunt optimaliseren. Een goed klimaat beschermt de biggen tegen onderkoeling – als biggen onderkoeld raken, gebruiken ze hun energie om warm te blijven in plaats van voor de groei, wat niet optimaal is. Een mooie en warm biggennest leidt de biggen ook weg van de zeug, waarmee het risico op verplettering wordt beperkt. Met een paar eenvoudige stappen kunt u het biggennest optimaliseren en de overlevingskans van de big verhogen.
Temperatuur
Een big wordt geboren uit een warme zeug van 37 graden en komt terecht in een stal van 21-22 graden. De big is nat en er vindt veel verdamping plaats. Hierdoor koelt het dier af en is extra energie nodig om de afkoeling te compenseren. Een big wordt geboren met een beperkte hoeveelheid energie en die energie moet worden gebruikt om bij de uier van de zeug te komen, om nieuwe energie te krijgen, niet om warm te blijven.
Het kan moeilijk zijn om zowel big als zeug een aangename temperatuur te bieden, want voor de zeug is de optimale temperatuur ongeveer 17-18 graden. De zeug krijgt het meestal warm tijdens het werpen, terwijl de biggen het koud krijgen als ze net geboren zijn. In deze situatie is het uiteraard de zeug die compromissen moet sluiten.
Onderstaande figuur toont de aanbevolen temperaturen:
Type ventilatie Productiesysteem | 0-4 | 4-14 | 14-> |
Diffuse ventilatie In secties, leisteen vloer | 20-22 | 18-20 | 17-18 |
Doorlopend Niet in secties | 19-20 | 19-20 | 19-20 |
Volledige roostervloer | 22-23 | 20-22 | 20 |
Om een groot compromis te voorkomen, geven sommige bedrijven de biggen net na de geboorte extra warmte; dit kan door achter de zeug stro of papier aan te brengen en/of warmtelampen achter de zeug of bij de uier van de zeug te plaatsen.
De temperatuur in de kraamstal moet met 0,5 graad per week worden verlaagd, ervan uitgaande dat het biggennest voor de biggen warm en aantrekkelijk is.
Het biggennest
Het biggennest kan op vele manieren worden ingericht en soms wordt het onderhoud uitgesteld. Daarom zijn regelmatige beoordelingen van het biggennest belangrijk om eventuele gebreken te kunnen identificeren.
Hoogstaande apparatuur voor het meten van de temperatuur is niet essentieel, maar thermografische beelden kunnen een zeer interessant hulpmiddel zijn om de verschillende temperaturen in de stal te tonen. Een laserthermometer zou tot de verplichte uitrusting moeten behoren omdat deze goedkoop is en het een zeer handig hulpmiddel is om de grondtemperatuur in de stal te meten.
De manier waarop de biggen in het biggennest liggen, vertelt u of ze het te koud hebben of niet. Als de biggen op elkaar liggen is het biggennest waarschijnlijk te koud – dit doen ze dan om warm te blijven en zelfs dan kunnen de biggen aan de buitenkant van het kluitje nog steeds onderkoeld raken! De temperatuur is waarschijnlijk optimaal wanneer u ziet dat de biggen met de kop naar buiten en in één laag liggen. Onthoud dat de temperatuur gedurende de dag verandert, dus deze beoordeling moet ‘s ochtends worden gedaan, wanneer het biggennest het koelst is.
Kleine en zwakke biggen hebben een hogere warmtebehoefte omdat ze meer oppervlak hebben in verhouding tot hun lichaamsgewicht. U moet altijd extra opletten en zorgen dat de kleinste biggen meer warmte krijgen.
Tocht
Kraamhokken met volledig roostervloeren zijn vaak ontworpen met een rubberen mat of een verwarmingsplaat in het biggennest, maar er kan tocht ontstaan vanuit de mestgoot tussen de mat en de wanden. Als de overkapping bij de muur of rond de verwarmingslampen lekt, gaat alle warme lucht verloren. Deze lucht wordt vervangen door koudere lucht uit de ingang van het biggennest.
Tocht in het biggennest is vervelend voor de biggen – de bewegende lucht voelt koud aan en de temperatuur in het biggennest daalt. Tocht kan eenvoudig worden gevoeld door uw hand in de hoek en de randen van het biggennest te plaatsen. De tocht in de ingang kan worden ontdekt door in de ingang een aansteker te ontsteken; de kleine vlam zal zich richting het biggennest buigen als er tocht is.
De vloer
Wanneer u de biggennesten beoordeelt, is het belangrijk de vloeren te controleren. Biggennesten zonder vloerverwarming moeten voorzien worden van een warmte-isolerende rubberen mat. De isolerende werking zorgt ervoor dat de warmte niet door de mat heen gaat, zodat de biggen hun energie niet hoeven te gebruiken om de mat op te warmen.
Luchtkwaliteit in de stal
Goede luchtkwaliteit voorkomt luchtweginfecties. Een goed klimaat kan worden bereikt door een goede luchtwisseling in de stal. CO2-metingen kunnen eenvoudig worden gedaan met een CO2-meter op de bovenplaat van het biggennest. De beste lucht heeft een CO2 -waarde lager dan 1500 ppm. Goede luchtstroom in de stal kan extra warmte in de stal noodzakelijk maken, vooral in de winter en als de biggen jong zijn.
U moet de directe omgeving van de biggen opnieuw evalueren in lijn met de jaarlijkse cyclus van veranderingen in het klimaat. In de zomer is warmte normaalgesproken geen probleem, maar dan kan koeling een probleem zijn. Hier kunt u waternevel voor de ventilatie gebruiken om de temperatuur te verlagen. De herfst en lente zijn periodes met warme dagen en koude nachten, die een uitdaging vormen voor het ventilatiesysteem en dus voor het voorzien van een optimale omgeving voor de biggen. De winter is de belangrijkste periode waarin het biggennest perfect moet zijn. Zet elke drie maanden een deadline op de kalender om ervoor te zorgen dat u regelmatig de voornaamste punten voor een optimaal klimaat voor de biggen controleert.
Nu bent u er klaar voor om het lokale klimaat van uw biggen te evalueren om er zeker van te zijn dat deze in optimale staat verkeert, zodat u de overlevingskans van de biggen zo hoog mogelijk kunt maken!
De aanbevelingen van DanBred om te zorgen voor een goed lokaal klimaat, zoals hierboven weergegeven, zijn gebaseerd op jarenlang onderzoek en ervaring van varkensdierenartsen in Denemarken.