In Denemarken ondervonden bedrijven die vaak PRRS-vrij waren, waar niet gevaccineerd werd tegen de ziekte, de gevolgen van een snel spreidende nieuwe PRRS-variant. Het zogenaamde Horsens-virus. Hoe ontstaat zo’n nieuwe variant? En hoe krijg je grip op een virus waar nog weinig over bekend is?
De meeste vaccins tegen PRRS bestaan uit een zogenaamde levende entstof. Het vaccin bevat dus een levende vorm van het virus: afgezwakt om het dier niet ziek te maken, maar actief genoeg om het immuunsysteem te activeren en ervoor te zorgen dat het dier beschermd is. Wat de aanpak van PRRS flink bemoeilijkt, is het feit dat het hardnekkige virus verschillende veldstammen kent. Daarnaast kunnen nieuwe veldstammen ontstaan, op het moment dat verschillende PRRS-stammen samenkomen.
Samenkomen van twee verschillende stammen
Dit laatste kan ook gebeuren tussen het virus uit het vaccin en een veldstam die op een bedrijf rondwaart. Het samenkomen van twee verschillende stammen die tot een nieuwe stam leiden, wordt recombinatie genoemd en de nieuwe stam wordt een recombinant stam genoemd. In de meeste gevallen is zo’n nieuwe variant onschadelijk, maar in het minst gunstige geval kan de recombinant juist voor een nieuwe uitbraak zorgen. In 2019 hebben verschillende varkenshouders in Denemarken de gevolgen van dat minst gunstige scenario ondervonden. Eén van de dierenartsen die vanaf het begin van de zogenaamde Horsens-uitbraak is betrokken, is Jakob Korsgaard, mede-eigenaar van dierenartsenpraktijk Q-Vet in Denemarken. “Het was meteen duidelijk dat we niet met het traditionele PRRS-virus te maken hadden”, aldus Jakob. “Ook de varkenshouders hadden meteen door dat hier iets anders aan de hand was; het virus verspreidde zich veel sneller dan bij de normale PPRS-stam het geval was en de dieren waren er ook zichtbaar zieker van.”
Snel een tweede melding
Het was in september 2019 dat de eerste melding bij Jakob binnenkwam. “Na de eerste volgde al snel de tweede. Met een virus zoals PRRS ligt dat op zich ook wel in de lijn der verwachting, maar dit virus verspreidde zich echt opvallend snel”, aldus Jakob. “De varkenshouderij is in Denemarken een klein wereldje, waardoor binnen no-time binnen de sector bekend was dat er een erg besmettelijk virus rondging”, vertelt Jakob. “De sequentie analyse maakte duidelijk wat we eigenlijk al vermoedden: we hadden niet met het traditionele PRRS-virus te maken, maar met een andere, voor ons nog onbekende stam. Dat het virus zich razendsnel verspreidde, werd vooral duidelijk in gebieden waar meerdere varkensbedrijven vlak bij elkaar zaten, bijvoorbeeld in het gebied tegen de Duitse grens aan. Natuurlijk probeerde iedereen het virus buiten de deur te houden door de biosecurity nog verder op te voeren, maar in gebieden waar varkenshouderijen relatief dicht op elkaar zitten, is besmetting bijna niet te voorkomen.”
Absoluut niet verslappen
Bij de allereerste uitbraken werd ervoor gekozen om het virus in de besmette groepen uit te laten zieken, zodat de dieren immuniteit konden opbouwen. “Let it burn, zoals we hier dan zeggen. In het begin wisten we nog niet precies waarmee we te maken hadden en dus was het zoeken naar de juiste aanpak. Maar sommige dieren werden er echt heel ziek van. Dat gaat niet alleen ons, als dierenarts, maar natuurlijk zeker ook een varkenshouder aan zijn hart. Het duurde ongeveer een half jaar voordat die immuniteit was opgebouwd en we – in combinatie met andere maatregelen, zoals vaccinatie van gelten en quarantaine – de situatie weer onder controle kregen.” De situatie in Denemarken is inmiddels weer relatief stabiel, aldus Jakob. “Maar verslappen kan absoluut nog niet. Het is een extreem besmettelijke variant, waarvan het veel moeite kost om deze onder controle te houden.” Wat Jakob, zijn collega’s en de varkenshouders in Denemarken eraan doen om de situatie onder controle te houden, leest u in ons volgende artikel.