Het gedrag van een varken is te beïnvloeden via fokkerij. Dat blijkt uit studies. Socialere dieren zorgen dat hun hokgenoten beter kunnen functioneren en betere resultaten halen, omdat hun energie aangewend wordt voor groei en niet verloren gaat in schadelijke invloeden op elkaar, zoals rangordegevechten.
De varkenshouderij evolueert. Stalsystemen veranderen en concepten worden opgericht. Dat vraagt ook aanpassingen van het varken, dat in een nieuw stalsysteem of concept ook anders uitgedaagd wordt. Een simpel voorbeeld is de verplichte groepshuisvesting voor zeugen. Na decennialang individuele huisvesting, moesten zeugen zich staande houden in groepen.
Parallel met andere huisvestingssystemen wordt het aantal ingrepen bij varkens beperkt. Couperen, castreren; er wordt sterk ingezet op het stoppen met deze maatregelen. Tegelijkertijd is de veehouder wel degene die de negatieve effecten in de stal ervaart. Hij is er dus ook bij gebaat dat het varken zich aan deze concepten kan aanpassen.
Genetische component
Het gedrag van dieren blijkt erfelijk bepaald. De eerste signalen komen uit de pluimveehouderij, waarbij pikkerij werd onderzocht. Gedragswetenschapper Piter Bijma (Wageningen University & Research) legt uit: “Wanneer je een koppel kippen hebt, is het onmogelijk om uit te zoeken welk dier verantwoordelijk is voor pikkerij. Daarbovenop komt dat bepaald gedrag – zoals pikkerij, maar ook staartbijten – langs twee kanten een aanleiding kent. Dus bij zowel dader als slachtoffer.”
Omdat het onmogelijk is om het individuele dier aan te wijzen als veroorzaker van pikkerij, is onderzocht of bepaalde familielijnen een grotere kans hebben om andere dieren te lijf te gaan. En die relatie bleek er te zijn. Bijma: ”We hebben dat vervolgens ook bij FOCUS OP SOCIALE FOKWAARDEN De zoektocht naar het sociale varken Verder op pagina 18 › varkens onderzocht, en ook daar bleek dat de ene stamboom socialer is dan de andere stamboom.”
Hardere groeiers in sociaal hok
Uit onderzoek blijkt dat varkens die in een hok geplaatst worden met dieren die een positieve stamboom hebben op sociale kenmerken, harder groeien en een betere voederconversie hebben dan dieren die bij hokgenoten van een minder sociale stamboom geplaatst worden. Die betere technische prestaties zijn vooral te herleiden naar het feit dat de dieren minder energie verspillen met rangordegevechten. Steven Janssens, onderzoeker aan KU Leuven, noemt dat het multiplicator-effect. “Het gedrag van 1 hokgenoot verbetert het gedrag van 14 anderen.” Ook opmerkelijk: de dieren in het sociale hok hebben minder behoefte om te kauwen aan verrijkingsmateriaal.
Janssens deed van 2007 tot 2009 onderzoek naar Piétrain-eindberen. “Het systeem van aftesten van Piétrain-beren in de Vlaamse Piétrain Fokkerij werkt met volle broers en zussen, waarbij dus dieren van dezelfde stamboom in één hok kwamen. Daarbij zagen we dat er een genetisch effect zat in de manier waarop dieren met elkaar omgingen. Het ene hok presteerde beter dan het andere hok.
Tekst: Rob van Ginneken
Beeld: Twan Wiermans