De stijgende voerkosten drukken flink op de rentabiliteit van de zeugenhouderij. Het saldo is in maart 2022 gezakt naar 35.000 euro per bedrijf. Dat is 19.000 euro lager dan in dezelfde maand vorig jaar, vooral als gevolg van 27 procent hogere voerkosten.
De opbrengsten zijn onvoldoende om alle kosten te dekken. De resultaten zijn berekend voor een bedrijf met gemiddeld 1.000 zeugen.
Voerkosten worden steeds hoger, opbrengsten blijven achter
Van september tot en met februari waren de toegerekende kosten hoger dan de opbrengsten, waardoor het saldo negatief was. Dankzij de gestegen biggenprijs werd het saldo in maart weer positief. De voerkosten stijgen onverminderd door en zijn ruim 16.000 euro hoger dan maart vorig jaar. De biggenprijs is bijna gelijk aan maart vorig jaar en ligt met 55,50 euro (inclusief toeslagen) per big ook bijna op het niveau van het langjarig gemiddelde 2012-2021.
De prijzen van biggen stonden tot maart onder zware druk, waardoor biggen ver onder de kostprijs werden verkocht. Soms werden zelfs de voerkosten niet meer goedgemaakt. De oorzaak van de lage biggenprijzen was de kleinere vraag. Door de moeizame varkensmarkt waren vleesvarkenshouders lange tijd afwachtend met opleggen. De biggenprijzen zijn in maart hersteld van het lage niveau in het voorgaande halfjaar. Het biggenaanbod is traditioneel wat lager in het voorjaar. In het kielzog van de varkensmarkt is ook de biggenprijs aan een opmars begonnen. Het aanbod van biggen loopt terug doordat vooral in Duitsland, Nederland en Denemarken vorig jaar meer zeugenbedrijven stopten.
In navolging van de hogere vleesvarkensprijs is ook de prijs van slachtzeugen in maart flink gestegen naar het niveau van maart vorig jaar, iets boven het langjarig gemiddelde.
De voerkosten stegen flink en waren in maart 27 procent hoger dan in maart vorig jaar. De oorlog in Oekraïne zorgt voor grote onrust op de granenmarkt, waardoor de prijzen in maart explosief omhooggingen. De prijs van het zeugenvoer steeg met 29 procent en die van het biggenvoer met 24 procent ten opzichte van vorig jaar. De voerkosten per bedrijf waren daardoor ruim 16.000 euro hoger dan maart vorig jaar.
Voortschrijdend saldo zakt verder weg
Het voortschrijdend jaarsaldo van zeugen lag in maart 393.000 euro onder het langjarig gemiddelde. In april 2020 werd een top bereikt van 621.000 euro per bedrijf (621 euro per zeug). Daarna zette een daling in die nog niet is gestopt. In maart 2022 daalde het voortschrijdend jaarsaldo naar 110 euro per zeug, tegen een langjarig gemiddelde van 504 euro per zeug.
Bron: Agrimatie