Bedrijven krijgen in 2023 meer mogelijkheden om te investeren in innovatieve milieuvriendelijke technieken en bedrijfsmiddelen die in aanmerking komen voor belastingvoordeel. Het budget voor de MIA\Vamil is voor 2023 met € 48 miljoen verhoogd naar € 217 miljoen en er zijn nieuwe innovatieve en milieuvriendelijke bedrijfsmiddelen aangewezen die in aanmerking komen voor fiscaal voordeel.
Via de Milieu-investeringsaftrek (MIA) en Willekeurige afschrijving milieu-investeringen (Vamil) maakt de overheid het investeren in innovatieve en milieuvriendelijke bedrijfsmiddelen voor bedrijven extra aantrekkelijk.
Milieulijst als basis van de MIA\Vamil-regeling
Basis van de MIA\Vamil-regeling is de zogenoemde Milieulijst. De Milieulijst wordt jaarlijks geactualiseerd en bevat alle innovatieve en milieuvriendelijke investeringen (ruim driehonderd) die in aanmerking komen voor fiscaal voordeel. Ten opzichte van 2022 zijn er 22 nieuwe bedrijfsmiddelen bij gekomen, 18 bedrijfsmiddelen zijn er vanaf gegaan, en verschillende bedrijfsmiddelen zijn gewijzigd.
Hoe kom je op de milieulijst terecht?
Om op de lijst te komen moet een bedrijfsmiddel een aanzienlijke milieuverdienste hebben (boven de wettelijke norm) en ook innovatief zijn (en daarmee duurder ten opzichte van het gangbare alternatief in de branche).
Met de nieuwste aanpassingen draagt de Milieulijst 2023 bij aan beleidsdoelen van de overheid zoals de transitie naar een klimaat-neutrale en circulaire economie en een gezonde leefomgeving. De MIA\Vamil stimuleert duurzaam grondstoffen- en watergebruik en technieken om emissies naar lucht, bodem en water te verminderen voor industrie, mobiliteit, landbouw en de bouw.
Structurele budgetverhoging
Met ingang van 2023 verhoogt het kabinet het budget voor de MIA structureel met € 48 miljoen per jaar. Het beschikbare MIA\Vamil budget komt hiermee op € 217 miljoen voor 2023. Hiervan is € 192 miljoen voor de MIA. Het Vamil-budget van € 25 miljoen blijft in 2023 ongewijzigd. Met het aanvullende MIA-budget kan de MIA\Vamil-steun meebewegen met de gestegen investeringskosten als gevolg van onder andere inflatie en hogere materiaalkosten en is er ruimte om enkele technieken, onder andere op het gebied van mobiliteit, extra te stimuleren.
Duurzame industrie
Op het gebied van circulaire economie zijn nieuwe investeringen in de nieuwe lijst opgenomen waaronder het vervangen van grondstoffen met een relatief hoge milieu-impact door grondstoffen met een relatief lage impact met als doel productieprocessen te verduurzamen.
Voor de industrie biedt de MIA\Vamil in 2023 meer mogelijkheden voor investeringen gericht op het voorkomen en verminderen van stikstof en fijnstof emissies. Verplaatsbare accu’s en biogasaggregaten voor lokale stroomvoorziening – een alternatief voor benzine- of dieselaggregaten – zijn nieuw in de lijst. Gasgestookte verwarmingsketels met een lage stikstofemissie verdwijnen van de Milieulijst omdat meer wordt ingezet op aardgasvrij verwarmen. Het maximaal te melden investeringsbedrag voor het bedrijfsmiddel NOx-emissiereducerende techniek is verhoogd van € 500.000 naar € 2 miljoen.
Duurzame mobiliteit
Om meer investeringen in innovatieve elektrische en waterstofvoertuigen en mobiele werktuigen aan te jagen is er een verruiming voor een aantal bestaande bedrijfsmiddelen, zoals elektrische bussen en zijn er meerdere nieuwe bedrijfsmiddelen opgenomen.
Voorbeelden daarvan zijn: waterstof aangedreven mobiele werktuigen, dual-fuel waterstof aangedreven landbouwtractoren, elektrische of waterstof aangedreven truckmixers en elektrisch aangedreven werktuigendragers. Om de scheepvaart te verduurzamen komen in 2023 verbrandingsmotoren in aanmerking die werken op waterstof of methanol.
Duurzame landbouw
Vanwege de noodzaak de stikstofemissies te verlagen, is in de Milieulijst 2023 een aantal wijzigingen doorgevoerd voor investeringen in duurzame stallen, zoals:
- Investeringen in zogenoemde megastallen komen niet meer in aanmerking.
- Voor melkvee geldt een grondgebondenheidseis.
- Voor duurzame varkens- en pluimveestallen geldt dat het aantal gehouden dieren niet mag toenemen.
Mogelijkheden zijn verruimd voor onder meer investeringen in de bestrijding van ziekten en plagen in de kas en investeringen in productieapparatuur voor vis- en zuivelvervangers waarmee de eiwittransitie kan worden versneld.
Duurzaam bouwen
Bij duurzaam en circulair bouwen worden minder grondstoffen gebruikt en wordt bouwafval veilig als grondstof ingezet voor nieuwe bouwprojecten. Eisen op basis van de Nationale Milieudatabase, een database waarin de milieuprestatie van bouwwerken zijn vastgelegd, zijn vervangen door eisen aan de hoeveelheid hernieuwbare, hergebruikte, demontabele en herbruikbare materialen die toegepast worden in het gebouw. Voorbeelden van nieuw opgenomen duurzame bouwmaterialen en duurzame inrichting zijn: wanden, vloeren en deuren met terugnamegarantie en houten isolatieplaten op basis van reststromen.
Hoe wordt de MIA\Vamil-regeling uitgevoerd?
Het ministerie van lnfrastructuur en Waterstaat en het ministerie van Financiën zijn verantwoordelijk voor de MIA\Vamil-regeling. De Belastingdienst en Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO) voeren de regelingen uit. RVO ondersteunt de regeling met onder andere de coördinatie van voorstellen voor de Milieulijst, een helpdesk, technische controles van de meldingen en technisch inhoudelijke advisering. De Belastingdienst besluit over de toekenning van MIA en/of Vamil.
Bron: Rijksoverheid