Sinds 2013 produceert AR als ketenpartner van Frievar voer voor varkenshouders die deelnemen aan deze keten. Om de 10-jarige samenwerking te vieren togen Eelco van de Hoef en Johan Schuttert naar Friesland om een taart te overhandigen aan Frievar.
Binnen de Frievar-keten werken ketenpartners samen aan een (h)eerlijk stukje varkensvlees. Alles binnen deze keten is gericht op de gezondheid en het welzijn van de varkens. Met oog voor dier, mens en omgeving.
Vraaggestuurde ketens
In Nederland wordt steeds meer vlees via vraaggestuurde ketens zoals Frievar verkocht. Johan Schuttert: “We vinden het belangrijk om deel te nemen aan vraaggestuurde ketens. We denken mee over voedingsvraagstukken en staan voor de belangen van de varkenshouder. Het is in het belang van alle schakels in de keten dat de continuïteit voor varkenshouders gewaarborgd is.”
Goed georganiseerde keten
Voor gezonde varkens die lekker smaken is het belangrijk dat de hele keten goed georganiseerd is. Samenwerking met de juiste partners is daarbij essentieel. John Lorist: “In de afgelopen 10 jaar heeft AR bijgedragen aan de kennis die nodig is om een keten goed te managen. Er staat nu een keten waarin alle schakels gewend zijn om samen te werken en te denken in het eindproduct.”
Hoger gezondheidsniveau
Het verhogen van het gezondheidsniveau van de aangesloten bedrijven is een van de speerpunten van Frievar. Frievar wil dit bereiken met depop-repop. Depop-repop is een effectieve manier om de stal te ontdoen van ziektes als APP en PRRS. Het leegdraaien van de stal heeft veel impact op de bedrijfsvoering en vraagt veel kennis en een grote investering. Frievar geeft de garantie af van biggenafname tegen meerprijs en lagere voerkosten.
Frievar is op zoek naar vermeerderaars
Omdat de vraag naar Frievar-vlees groeit is Frievar op zoek naar nieuwe varkenshouders. Eelco van de Hoef: “Deelnemen aan de Frievar-keten vraagt een andere manier van ondernemen. Bepaalde keuzes op het gebied van voer, genetica en huisvesting worden door Frievar gemaakt. Een varkenshouder kan zich hierdoor volledig focussen op zijn dieren.”
Bron: Agruniek Rijn Vallei