Vandaag stemde de Tweede Kamer over de wijziging van de Wet Dieren. In plaats van het onwerkbare en onuitvoerbare amendement Vestering uit 2021, koos de Tweede Kamer voor een tussenweg. Helaas is de uitkomst van de stemming niet het gewenste scenario: het liefst zag LTO dat het ongewijzigde voorstel van minister Adema werd aangenomen. Tegelijk gaat hiermee het meest onwenselijke scenario niet door, en worden er wél stappen gezet naar een meer dierwaardige veehouderij. De wetswijziging moet nog wel aangenomen worden door de Eerste Kamer.
“Laten we voorop stellen dat LTO vóór verdere verbetering van dierenwelzijn is. Maar dan wel op een manier die ook uit te voeren is voor onze leden. LTO heeft de afgelopen weken intensief gesprekken gevoerd met de Tweede Kamer om deze wetswijziging erdoor te krijgen. Want in het meest negatieve scenario zou geen enkel voorstel een meerderheid krijgen en bleef het amendement Vestering staan. Dit amendement zou de volledige veehouderij in een juridisch getouwtrek hebben gebracht, waarbij rechtszaken zouden moeten uitwijzen wat wel of niet dierwaardig is. Dit scenario is door het aannemen van het amendement De Groot/Van Campen afgewend.”, zegt Jeannette van de Ven, portefeuillehouder Gezonde Dieren.
“De eerste stappen naar meer dierwaardigere veehouderij zijn vandaag gezet.”, vervolgt Van de Ven. “We zijn er nog niet en als sector blijven we ons inzetten voor een goed verdienmodel voor onze veehouders. Belangrijk hierbij is een gelijk speelveld binnen de Europese markt. Maar eerst zal ook Eerste Kamer de wetswijziging moeten goedkeuren voordat het onuitvoerbare amendement Vestering écht uit de wet is.”
Lobby-inzet Wet Dieren van LTO
Ook nu weer waren er politieke partijen die nóg verdergaande wijzigingen wilde aanbrengen die de veehouderij richting de uitgang zou brengen. Door lobby-inzet van LTO hebben deze voorstellen geen meerderheid gekregen. Het vandaag aangenomen amendement is zodanig aangepast dat het vooral richting geeft waar de sector naar toe moet in 2040, met redelijke overgangstermijnen en het uitgangspunt dat investeringen die voor deze transitie noodzakelijk zijn ook daadwerkelijk terug te verdienen zijn.
Belangrijk is dat er geen jaartallen in de wet komen te staan. Juist omdat daarmee de markt de wettelijke verplichtingen kan afwachten. Wat LTO betreft moet de invulling naar meer dierwaardige veehouderij stapsgewijs gebeuren in een privaat-publieke samenwerking, met private borging in de kwaliteitssystemen en vervolgens in wetgeving om de achterblijvers mee te krijgen.
Convenant dierwaardige veehouderij
Parallel aan dit wetsproces loopt ook het proces door om te komen tot een Convenant dierwaardige veehouderij met verschillende partijen. Een convenant is belangrijk, omdat we daarin duidelijke afspraken kunnen maken over de conditionaliteiten, de randvoorwaarden, die nodig zijn om stappen te kunnen zetten naar een dierwaardigere veehouderij. Het is een moeizaam proces, maar wel de weg om tot elkaar te komen en afspraken te maken.
Moties rondom Wet Dieren
Uiteindelijk moet het nieuwe kabinet afspraken maken om invulling te geven aan de randvoorwaarden, zoals de benodigde financiën en vergunningverlening. Het convenant was een afspraak nog uit het oude coalitieakkoord. Belangrijk is dat dit proces verder doorgezet wordt. Dit is ook door een aangenomen motie vandaag bevestigd. Verder heeft LTO gestuurd op het aannemen van de moties om meer invulling te geven aan de randvoorwaarden. Zo heeft de Tweede Kamer een goed voorstel aangenomen om een onafhankelijke autoriteit Dierwaardige Veehouderij op te richten.
Financiering wil de Tweede Kamer verzorgen vanuit het Transitiefonds. Echter het budget van het huidige Transitiefonds is nu al overvraagd. Aanvullende bestedingsdoelen, zoals dierenwelzijn, betekenen dat er meer gedaan moet worden met nóg minder geld.
Bron: LTO Nederland