De tijdelijke sluiting van VION Groenlo op 20 mei 2020 volgt op het positief testen van 45 van 212 medewerkers. Dat is zeer spijtig, maar daarover merken wij twee zaken op. Ten eerste zal deze tijdelijke sluiting niet leiden tot lege vleesschappen bij supermarkt of slager. Ten tweede onderstreept de gebeurtenis het belang van onze wens om frequent te testen.
Daarom dringen wij als verantwoordelijke werkgever aan op prioriteit bij het testen van onze werknemers, zodat er direct maatregelen kunnen worden genomen en daarmee verdere besmetting kan worden voorkomen.
COV-protocol beleid en handhaving
De vleessector heeft kort na de afkondiging van de coronamaatregelen een protocol opgesteld voor beleid en handhaving ervan. In dit protocol zijn onder andere afspraken opgenomen over het borgen van de 1,5 meter afstand, eventuele alternatieve oplossingen indien dit binnen het bedrijf technisch niet haalbaar is en over het toezicht op de naleving ervan. De Nederlandse overheid heeft onlangs een review gehouden op dit protocol en slechts twee aanpassingen voorgesteld; deze zullen worden doorgevoerd.
Over de werking en naleving van het protocol wordt regelmatig overleg gevoerd met NVWA en de vakbonden. De COV heeft toegezegd dat er bij eventuele signalen dat er iets niet in orde zou zijn, direct contact zal worden opgenomen met het betrokken bedrijf. In de paar gevallen dat dit nodig was, hebben die bedrijven ook direct actie ondernomen. Bedrijven realiseren zich immers heel goed dat werknemers zorgen kunnen hebben over Corona en die worden ook serieus genomen.
Onlangs heeft de COV de overheid opgeroepen om als extra maatregel medewerkers met verschijnselen van het virus direct (en, gezien het maatschappelijke belang van de sector zo mogelijk met voorrang) te testen. Het huidige ziekteverzuim in de vleessector ligt op of in sommige gevallen zelfs onder het niveau van dezelfde periode in 2019.
Arbeidsmigranten belangrijk voor vleessector
De maatschappelijke aandacht voor woon- en werkomstandigheden van arbeidsmigranten is begrijpelijk in het licht van de huidige coronacrisis. De ruim 800.000 arbeidsmigranten in Nederland vervullen een belangrijke rol in het in stand houden van onze economie. In de Nederlandse vleessector werken circa 6.000 arbeidsmigranten. Mede door hun inzet hebben de bedrijven in de afgelopen periode een cruciale bijdrage geleverd aan het borgen van de levering van vlees en vleeswaren. Precies om die reden vinden bedrijven het ook erg belangrijk om hen – net als de eigen werknemers – een gezonde en veilige werkomgeving te bieden.
Een deel van de arbeidsmigranten maakt om begrijpelijke redenen gebruik van gezamenlijke huisvesting en transport. Zij werken immers in Nederland om inkomen te verdienen dat in het thuisland kan worden besteed en willen de huisvestingskosten laag houden. In de cao voor de vleessector zijn afspraken vastgelegd over minimumeisen voor huisvesting en arbeidsvoorwaarden van arbeidsmigranten in de vleessector. De naleving van de eisen wordt onafhankelijk gecontroleerd door de Stichting Normering Arbeid en de Stichting Normering Flexwonen. Daarnaast heeft ook de uitzendbranche (ABU en NBBU) een eigen Protocol samen veilig werken in de uitzendbranche opgesteld.
Bron: COV