De Raad van State uitspraak over de Programmatische Aanpak Stikstof (PAS) is inmiddels enkele maanden oud. In het nieuws verschijnen steeds meer berichten over grote projecten die daardoor niet kunnen worden uitgevoerd.
Woningbouw, wegen, vliegvelden, bedrijventerreinen, het lijkt er op dat alle ontwikkelingen stil liggen. Ook in de veehouderij zijn veel WNB-vergunningen afgewezen waardoor stallen niet kunnen worden gebouwd. ‘Tijd voor de herintroductie van het extern salderen’, volgens agrarisch juristen. Maar hoe gaat dat ook alweer?
Wat is extern salderen
Extern salderen betekent dat een varkenshouder de ammoniakrechten van een stoppend of inkrimpend bedrijf overneemt. Deze aangekochte ammoniak wordt dan ingezet om een WNB-vergunning aan te vragen voor een uitbreiding, of de legalisering van een uitbreiding die al is gerealiseerd. Extern salderen is ingewikkeld. Er moet namelijk voor gezorgd worden dat geen enkele plek in een natuurgebied wordt benadeeld door de verplaatste ammoniak. Dit betekent vaak dat meer ammoniak aangekocht moet worden dan je via een berekening van de ammoniakemissie zou verwachten. Ook is het zo dat het bedrijf van waaraf ammoniak wordt betrokken nog steeds een geldige milieuvergunning moet bezitten. Het bedrijf hoeft geen dieren meer te hebben maar moet wel in staat zijn de veehouderij in principe weer te herstarten.
Bij een vergunningaanvraag voor de Wet Natuurbescherming met extern salderen moeten aan de provincie twee depositieberekeningen worden aangeleverd. Eén met de huidige dieraantallen en emissiepunten van beide locaties. Een tweede berekening laat de deposities zien met nieuwe dieraantallen en emissiepunten. Vaak is dit maar op één locatie als de andere locatie volledig is gestaakt. Met de berekeningen moet worden aangetoond dat geen enkele plek in een natuurgebied schade ondervindt van de verplaatsing van ammoniak. In het kader bij dit artikel wordt het externe salderen schematisch verbeeld.
Reactie LTO op extern salderen
Het kabinet is van plan om latente gerealiseerde vergunningsruimte – kortgezegd de grootte van de stal, niet het aantal dieren of de volledige vergunde ruimte – als startpunt te nemen bij interne saldering. Dat betekent dat het deel van de vergunning dat op dit moment niet wordt gebruikt kan worden ingenomen. Dit is een aantasting van bestaande vergunningsruimte, een aanpak die voor LTO Nederland onacceptabel is. Indien noodzakelijk zal LTO Nederland dit juridisch bevechten.
Eenzelfde zorg is er over het beleid omtrent meldingen van bedrijven die kleine stikstofemissie hebben. Ook hiervoor stelt het kabinet voor om gerealiseerde vergunningsruimte als uitgangspunt te nemen. Daarmee lijkt een oplossing voor de meldingen nog ver weg. LTO Nederland zal zich ten volle inzetten om alle meldingen volledig te realiseren.
Het kabinet stelt voor om bij extern salderen 30% af te romen. LTO Nederland blijft hier zeer kritisch over en waarschuwt dat de emissiereductie rondom Natura2000-gebieden daarmee dreigt vast te lopen. Bij dergelijke afroming wordt immers de prikkel tot verdere verduurzaming weggenomen op het moment dat een bedrijf investeert.
Wachten op Aerius
Het computerprogramma waarmee deposities kunnen worden uitgerekend heet Aerius. Dit programma heeft volgens de Raad van State mankementen en moet worden aangepast. Een voorgaand programma was Aagro-Stacks, maar het is ondenkbaar dat weer hiermee moet worden gerekend. Het is minder nauwkeurig dan Aerius. Het lijkt erop dat met nieuwe WNB-aanvragen moet worden gewacht totdat er een update van Aerius verschijnt. Men is hier volgens het ministerie druk mee aan het werk.
Extern salderen zorgt voor lagere depositie
Bij extern salderen geldt dat geen enkele plek binnen een Natura 2000gebied een toename van stikstofdepositie mag krijgen. Dit betekent dat de meest cruciale plekken minstens depositieneutraal zijn en dat op alle overige plekken de depositie afneemt. Vervolgens betekent dit dus ook dat elke keer dat extern wordt gesaldeerd de depositie in zijn totaliteit afneemt. In het voorbeeldschema is dit duidelijk te zien: het meest cruciale punt is de 0,07 mol. Wanneer dit bij extern salderen gelijk blijft dan zullen op de overige drie berekeningspunten de deposities altijd dalen. Met andere woorden, de natuur gaat er altijd op vooruit bij extern salderen. De roep door milieuorganisaties om een afroming bij extern salderen is dan ook overbodig.
Externe saldering: op drie van de vier meetpunten daalt de stikstofdepositie. Omdat op één meetpunt de depositie stijgt (van 0,07 mol naar 0,08 mol) kan deze externe saldering geen doorgang vinden, ondanks dat de andere 3 meetpunten wel een afname in depositie kennen. Er moet een nieuwe berekening plaatsvinden met minder uitbreiding in zeugen, of het inkrimpende bedrijf moet minder vleesvarkens gaan houden.
Dit betreft een gedeelte van een artikel uit Vakblad Varkensbedrijf.nl. Bent u geïnteresseerd in meer soorgelijke artikelen, neem dan een abonnement op het vakblad!
Auteur en foto's: Ir. Fred van den Tempel