De rekening-courantpositie van varkensbedrijven heeft in 2018 sterk onder druk gestaan en is vrijwel het gehele jaar van maand op maand gedaald. Het jaar werd gekenmerkt door lagere prijzen van vleesvarkens (-12%) en biggen (-30%) als gevolg van de toegenomen aanbod op de Europese vleesmarkt en achterblijvende vraag. Bovendien zijn de voerkosten in de loop van het jaar flink gestegen (+6%).
In 2017 was het beeld nog duidelijk beter: na een matig begin volgde een groeiende kaspositie dankzij gunstige opbrengstprijzen. De rekening-courantpositie eindigde het jaar 2017 bijna op het hoogste niveau van het jaar. In de periode januari-mei 2018 was het saldo op de rekening weliswaar hoger dan in 2017, maar de dalende trend was intussen al ingezet. Vooral de biggenprijzen moesten het ontgelden – meer dan volgens het gebruikelijke seizoenspatroon – maar ook de vleesvarkensprijzen waren het gehele jaar lager dan in 2017. Maart 2018 kende een opleving door hogere bijschrijvingen dankzij hogere opbrengstprijzen. Maar dat was slechts 1 van de 3 maanden waarin de rekening-courantpositie wel toenam door een positief saldo van bij- en afschrijvingen.
Vooral in het tweede en vierde kwartaal waren de afschrijvingen duidelijk hoger dan de bijschrijvingen waardoor de kaspositie zodanig verslechterde dat de eindstand per ultimo december zelfs negatief is. Er is gemiddeld een liquiditeitstekort ontstaan; dat tekort kan voor sommige bedrijven flink oplopen. Vooral zeugenbedrijven hebben te maken met een lage of negatieve kaspositie door de gedaalde opbrengsten van biggen en hogere voerkosten, terwijl vleesvarkensbedrijven hun lagere opbrengsten via de lagere biggenprijs deels kunnen afwentelen op de zeugenhouderij. Door de grote productieomvang van zeugenbedrijven lopen de bedragen sneller op of neer dan op vleesvarkensbedrijven.
Dalende opbrengsten vleesvarkenshouders
Vleesvarkenshouders hebben dankzij de goedkopere biggen wel lagere uitgaven waardoor een deel van de eveneens gedaalde opbrengsten is ingelopen. Toch is ook de kaspositie van vleesvarkensbedrijven in 2018 verslechterd door meer uitgaven dan ontvangsten, zij het minder sterk dan van zeugenbedrijven.
In december 2018 is de rekening-courantpositie van vleesvarkensbedrijven vergeleken met december 2017 ruim gehalveerd. Op zeugenbedrijven is in dezelfde periode het saldo met 65.000 euro gedaald tot bijna 28.000 euro negatief. Dat liquiditeitstekort moet op de één of andere manier worden opgevangen om acute betalingsproblemen te voorkomen. Daarvoor hebben de bedrijven in het afgelopen jaar meer kredieten/leningen opgenomen en minder afgelost dan in 2017. Er is gemiddeld iets meer in de bedrijven geïnvesteerd en ook meer naar privé overgeboekt dan in 2017, mogelijk als na-ijleffect van de voorgaande economisch gunstige jaren. Om de oplopende tekorten te dekken is er meer geld van de spaarrekening gehaald.
Fluctuaties in de varkenssector zijn vooral duidelijk zichtbaar bij de zeugenbedrijven omdat vleesvarkensbedrijven de schommelingen vaak kunnen opvangen via aanpassing van de biggenprijzen. Het gemiddelde rekening-courantsaldo op zeugenbedrijven ligt ook duidelijk lager dan voor de hele groep varkensbedrijven en vleesvarkensbedrijven (zie liquiditeit varkenshouderij: figuren onder aan het artikel). Overschrijvingen van de rekening-courant naar een spaarrekening worden in deze weergave als afschrijvingen op de rekening-courant gezien. Ook neveninkomsten en privé-uitgaven zijn in het saldo verwerkt.
Bijschrijvingen op rekening-courant fors gedaald
Onderstaande figuren geven de totale bij- en afschrijvingen per maand op de rekening-courant weer vanaf 2017. Opvallend hierbij is dat in bijna alle maanden van 2018 zowel het cumulatieve totaal, de bij- als afschrijvingen op een lager niveau liggen dan vorig jaar. Vooral de bijschrijvingen in mei en juni van 2018 zijn duidelijk lager dan dezelfde maanden een jaar eerder door lagere opbrengsten uit vleesvarkens en biggen. De bijschrijvingen op zeugenbedrijven zijn sinds eind 2017 het sterkst gedaald. In maart en april was er wel een korte opleving dankzij hogere biggenprijzen. Daarna volgde een prijsdaling tot het laagste niveau in oktober. Vanaf november kwamen de biggenprijzen langzaam uit het dal.
Meer bedrijven in het rood
In het vierde kwartaal van 2018 staan dubbel zoveel varkensbedrijven in het rood als eind 2017. Dat zijn voor het grootste deel zeugenbedrijven. Daarmee is de negatieve trend doorgezet vanaf het eerste kwartaal van 2018. Een laag saldo betekent niet automatisch dat het bedrijf betalingsproblemen heeft. Het saldo kan laag zijn omdat er bijvoorbeeld geld naar een spaarrekening is geboekt of omdat er leningen zijn afbetaald of investeringen zijn gedaan. Bedrijven met een liquiditeitstekort moeten dat wel opvangen om acute betalingsproblemen te voorkomen, bijvoorbeeld door spaartegoeden op te nemen of nieuwe financiering aan te trekken. Tegelijkertijd is de groep bedrijven die meer dan 25.000 euro op de lopende rekening heeft in het afgelopen kwartaal gedaald, nadat het percentage in de eerste drie kwartalen redelijk stabiel is gebleven. De verschillen tussen bedrijven zijn in 2018 groter geworden dan voorgaand jaar.
De veranderingen in aandelen van de bedrijven per klasse kunnen soms relatief klein zijn. Dit wil echter niet zeggen dat de situatie per bedrijf niet sterk kan verschillen. Onderstaande figuur toont hoe varkensbedrijven tussen de perioden van de ene naar de andere klasse verschuiven. Doorgaans blijft het grootste gedeelte van de bedrijven in de eigen klasse. Circa 70% van de varkensbedrijven met een saldo van 0 tot 25.000 euro op de lopende rekening in het vierde kwartaal 2017, heeft dat ook in het vierde kwartaal van 2018. De grootste verschuivingen in deze periode zitten in de klasse met meer dan 25.000 euro. Hiervan blijft 53% van de bedrijven in dezelfde klasse, verschuift 20% naar de klasse 0 tot +25.000 euro en komt 28% in de rode cijfers, waarvan zelfs de helft in de klasse met een saldo onder -50.000 euro.
Vooruitzichten
De verwachting is dat de markt in 2019 zal herstellen, maar nog niet in het eerste kwartaal. De afgelopen maanden zijn de prijzen van vleesvarkens vrij stabiel en in het eerste kwartaal is de prijsontwikkeling van varkens traditioneel zwak. De Europese varkensvleesproductie stijgt dit jaar circa 1% volgens de EU.
In een aantal landen, zoals Duitsland, zal de productie dalen. Naar verwachting zal de export in 2019 toenemen. Vooral de Chinese vraag groeit, als gevolg van de onbeheersbare situatie van Afrikaanse varkenspest in China. Het lijkt erop dat hierdoor in de komende maanden de exportstroom van varkensvlees vanuit de EU flink kan toenemen. Hoeveel en tegen welke prijs is echter niet duidelijk. Het is daarom niet zeker hoe sterk de impuls hiervan zal zijn op de Europese varkensprijs. China is nog steeds de belangrijkste bestemming voor EU-varkensvlees. Door de internationale handelsspanningen kan de varkensprijs flink schommelen in 2019.
De voorgenomen sanering van de varkenshouderij zal de komende jaren invloed hebben op het aantal bedrijven en de varkensproductie in Nederland. We houden rekening met een daling van de binnenlandse varkensproductie in de orde van 5%; in eerste instantie door bedrijfsbeëindiging van gedoogstoppers en vervolgens van beëindiging van bedrijven in de saneringsregeling. Dat betekent niet dat de opbrengstprijzen hierdoor zullen stijgen, omdat de varkenssector in een internationale markt zit. Daardoor kunnen andere landen de wegvallende productie op termijn overnemen door uitbreidingen.
Meer informatie?
Bent u benieuwd naar de ontwikkeling in liquiditeit binnen de varkenshouderij, naar de ontwikkeling van de prijzen en het inkomen? Klik dan hier!
Bron: Agrimatie