De Afrikaanse varkenspest (AVP) heeft zich de afgelopen tientallen jaren vanuit Afrika naar Europa verspreidt. De eerste Europese ziektegevallen werden in 2007 aangetroffen in de landen in en rondom Midden-Europa. Dit had als gevolg dat de Europese wilde zwijnenpopulaties werden geïnfecteerd. Maar daar bleef het niet bij. Inmiddels zijn ook bedrijfsmatiggehouden varkens het slachtoffer geworden.
Het virus van de Afrikaanse varkenspest verspreidt zich door het directe contact met bloed en andere lichaamsvloeistoffen van besmette dieren. Zoals de NVWA afgelopen zomer in de zomerperiode al kenbaar maakte, is verspreiding via besmette vrachtwagens, kleding, besmet voedsel, gereedschappen en uitrusting van agrariërs een groot risico. Niet voor niets werd er stevig aan de bel getrokken om burgers te informeren over hoe zij het risico op insleep vanuit de Oost-Europese landen zoveel mogelijk konden voorkomen.
Besmetting via wilde zwijnen gemiddeld risico
Onlangs publiceerde het Duitse Friedrich-Löffer Instituut dat onderzoek van hen had uitgewezen dat verspreiding van de varkenspest via wilde zwijnen slechts gering is. Op basis van deze conclusie is het opvallend dat boeren en overheden in onder meer de West-Europese landen juist massale afschot van wilde zwijnenpopulaties opeisen. Buiten het geringe risico dat wilde zwijnen het virus verspreiden, zijn het voornamelijk de menselijke activiteiten die hier een grote bijdrage aan leveren. Denk aan het reizen tussen de verschillende landen, het meenemen van mogelijk besmet voedsel en kleding, het gebruik van import/export door middel van vrachtverkeer.
Passieve beheersing
Inmiddels is het algemeen bekend dat de verboden op import van varkens vanuit besmette regio's en het beheersen van populaties wilde zwijnen in werking zijn gesteld. Echter is het de passieve beheersing die de meest effectieve maatregel blijkt te zijn om het Afrikaanse varkenspestvirus in te dammen of te bestrijden. Passieve beheersing is niets anders dan natuurlijke selectie, door predatoren. Als het gaat over Europa is dit voornamelijk de wolf. Van de wolven die in Europa leven staat het wilde zwijn bovenaan het menu. Wolven staan bekend om het zorgvuldig selecteren en doden van dieren die een gemakkelijke prooi vormen. Het gaat hierbij dus voornamelijk om jonge, oude en zieke dieren.
Het Afrikaanse varkenspestvirus is naast wilde zwijnen en varkensachtigen niet schadelijk voor andere wilde diersoorten. In dit kader kunnen wolven daarom een belangrijke rol spelen in het beheersen van ziektes als dit virus. Een onderzoek vanuit Slowaijke heeft aangetoond dat de wolf daar een belangrijke rol speelt in de beheersing van ziekte-uitbraken.
Wolven versus het varkenspestvirus
Een tweetal onderzoeken die in Slowakije zijn uitgevoerd tussen 1990 en 2000 geven weer dat wolvenroedels hun territorium grotendeels vrij weten te houden van varkenspest. Tussen 1994 en 1998 is er een onderzoek gedaan naar de locaties binnen Slowakije waar wilde zwijnen zaten die besmet waren met de Klassieke variant van de varkenspest en naar de verspreiding van de Slowaakse wolvenpopulaties. Dit onderzoek toonde aan dat in de gebieden waar wolven hun territorium hadden, het aantal uitbraken van varkenspest onder de wilde zwijnen vrijwel nul was.
Verkleinen besmettingshaarden
Een reden hiervoor kan zijn dat wilde zwijnen, die geïnfecteerd zijn met het varkenspestvirus, binnen een aantal dagen ziekteverschijnselen gaan vertonen. Zodra dit begint, wordt het immuunsysteem en de afweer van de dieren aangetast met gevolg dat de dieren zwakker en langzamer worden. Dit met als gevolg dat de wolven hen gemakkelijk konden opsporen en vangen. Doordat wolven de met varkenspest geïnfecteerde zwijnen doden, worden de besmettingshaarden in de wildernis dratisch verkleint. Hierdoor neemt de kans op eventuele besmettingen en verspreiding naar elders aanzienlijk af.
Bron: Karpuul