De Nederlandse sector is nog steeds een van de meest efficiëntste ter wereld. De verscherpte wet- en regelgeving heeft de sector in het verleden gedwongen om te innoveren om zo voldoende competitief te blijven.
Investering en ontwikkeling van moderne productiesystemen heeft de Nederlandse varkenshouderij technisch naar de koploperspositie op wereldniveau geholpen. Innovatie en samenwerking zal nu, nog meer dan in het verleden, moeten worden ingezet. Niet alleen om deze positie te behouden en te verbeteren, maar bovenal om acceptatie van de maatschappij te bereiken. Een nauwe verbinding tussen sector, bedrijfsleven en maatschappij is hierbij noodzakelijk.
Productinnovatie
Naast systeeminnovatie is productinnovatie en conceptontwikkeling van belang. Dit om de consument te verleiden, aansluiting te houden met afzetmarkten en de acceptatie door de maatschappij te vergroten.
Positie in circulaire economie
Het varken is het “ultieme” kringloopdier. Zij is in staat om reststromen om te zetten tot hoogwaardige eiwitten en vervolgens bij te dragen aan het verhogen van de bodemvruchtbaarheid. Hiermee draagt de sector direct bij aan de circulaire economie van Nederland.
Ondanks dat varkens hiervoor geschikt zijn, staat de sector voor meerdere uitdagingen. Allereerst de uitdaging om nog meer reststromen uit de voedingsmiddelenindustrie (die niet geschikt zijn voor humane consumptie) te gebruiken. Ten tweede is de ontwikkeling van alternatieve eiwitbronnen voor het veevoeder een uitdaging. Tot slot staat de sector voor de opgave om alle varkensmest volledig te uit te nutten tot bodemverbeteraars, energie en “groene” kunstmest. Om dit alles te kunnen bereiken is collectieve, grootschalige verwerking noodzakelijk in combinatie met een professionele afzetorganisatie voor het vermarkten van de eindproducten.
Flexibiliteit belangrijk
De komende jaren zal de nodige flexibiliteit van de individuele varkenshouder worden gevraagd. Meer dan ooit is het zaak om te anticiperen op ketenontwikkelingen en ontwikkelingen in de markt. Bijvoorbeeld door:
- Deelname in verdergaande samenwerking binnen de keten.
- Transparantie te realiseren richting markt (consument en burger).
- Invulling te geven aan de toenemende eisen rondom antibiotica, emissies en klimaatdoelstellingen.
- Zorgen voor voldoende financiële buffer.
Ook blijft het belangrijk dat ondernemers, naast hun bedrijf, ook in zichzelf investeren. Dit om invulling te geven aan de noodzakelijke competenties die vereist zijn om te kunnen blijven ondernemen.
Bron: Rabobank