Een panel van de Wereldhandelsorganisatie (WTO) heeft het Russisch invoerverbod voor levende varkens, vers varkensvlees en andere varkensproducten uit de EU vandaag onwettig verklaard in het kader van de internationale handelsregels.
De uitspraak betreft een verbod dat Rusland begin 2014 heeft uitgevaardigd wegens een beperkt aantal gevallen van Afrikaanse varkenspest (AVP) in EU-gebieden dicht bij de grens met Belarus.
Het panel heeft erkend dat de weigering van Rusland om invoer van bepaalde EU-producten toe te staan en de invoercertificaten voor de handel tussen de EU en Rusland in die zin aan te passen, neerkomt op een invoerverbod voor de hele EU. Deze maatregel is niet gebaseerd op de toepasselijke internationale normen en gaat in tegen de regels van de WTO-overeenkomst inzake sanitaire en fytosanitaire maatregelen (de SPS-overeenkomst). De afzonderlijke Russische verboden op invoer uit Polen, Litouwen en Estland zijn bij het panel op dezelfde kritiek gestuit.
De uitspraak is voor Rusland en alle andere WTO-leden een krachtig signaal dat zij de internationale normen moeten naleven, en in deze zaak met name het beginsel van regionalisering (op basis waarvan handel met afzonderlijke gebieden van een land die als ziekte- of plagenvrij zijn erkend, mogelijk blijft, ook al is de gezondheidstoestand in de rest van het land ongunstig) en de vereiste dat een risicobeoordeling wordt uitgevoerd op basis van wetenschappelijke gegevens. Het panel onderstreepte dat WTO-leden hun recht om voor zichzelf een passend niveau van gezondheidsbescherming vast te stellen en de invoer in overeenstemming daarmee te beperken op basis van gezondheidsoverwegingen, alleen kunnen uitoefenen wanneer dit volgens de WTO-voorschriften gebeurt.
De EU heeft een van ’s werelds meest efficiënte stelsels voor diergezondheid en voedselveiligheid, met hoge detectieniveaus en strenge regels voor risicobeheer. De uitspraak van vandaag bevestigt dat de maatregelen van Rusland tegen de EU weinig te maken hebben met reële gezondheidsrisico’s. EU-producten zijn veilig en dus is het voor geen enkel land noodzakelijk om ongerechtvaardigde invoerbeperkingen te handhaven.
Voor de meeste producten waarover het in deze zaak gaat, blijft de handel evenwel beperkt wegens een politiek gemotiveerd verbod op agrovoedingsmiddelen uit de EU dat Rusland in augustus 2014 heeft uitgevaardigd. Toch zijn de bevindingen van het panel van systemisch belang, aangezien Rusland hierdoor wordt gewezen op zijn internationale verplichtingen en op het feit dat het die niet zomaar naast zich kan neerleggen.
De EU zal blijven gebruikmaken van de WTO-procedures om ervoor te zorgen dat de internationale handelsregels daadwerkelijk worden nageleefd. De WTO-geschillenbeslechting blijft immers de meest geschikte optie om aanzienlijke handelsbelemmeringen aan te pakken en zo meer rechtszekerheid en voorspelbaarheid voor de handel te creëren.
Ruslands protectionistische houding heeft een negatieve impact op tal van andere economische sectoren. In het recente verleden heeft de EU bij de WTO procedures ingeleid ten aanzien van een aantal handelsbelemmeringen die Rusland had opgelegd, waaronder recyclingheffingen voor voertuigen, buitensporige rechten op papier en andere producten en antidumpingrechten op lichte bedrijfsvoertuigen.
Tegen het verslag van het panel kan binnen zestig dagen beroep worden ingesteld. Als binnen die termijn geen beroep wordt ingesteld, wordt het verslag aangenomen en zal Rusland de aanbeveling moeten nakomen.
Bron: Europese Commissie