Volgens Varkens in Nood sterven 6 miljoen biggen nog voor de slacht. Om hier aandacht voor te vragen is de organisatie een petitie gestart. Volgens de Nederlandse Vakbond Varkenshouders en LTO Varkenshouderij is de toename van de biggensterfte te verklaren door een ander type varken.
De biggensterfte tot het moment van spenen is toegenomen. In 2015 lag dit percentage op 13,8%, tegenover 13,3 procent in 2014. NVV en LTO bevestigen dat er een lichte trend waarneembaar is van het aantal biggen dat de speenleeftijd niet haalt. Deze organisaties stellen dat waar gewerkt wordt met leven, helaas dood ook voor komt. Dit geldt voor alle varkensbedrijven. Er is geen relatie vastgesteld tussen de grootte van bedrijven en biggensterfte.
Volgens Varkens in Nood komt de hoge sterfte van het aantal biggen doordat moedervarkens inmiddels meer dan 30 biggetjes per jaar krijgen. Biggen zijn hierdoor zwakker en kwetsbaarder. De sector doet er alles aan om biggen zo gezond mogelijk te laten groeien en biggensterfte te voorkomen. In de afgelopen jaren is de doelstelling dat elke extra geboren big, leven moet worden geboren en door de zeug zelf en zonder extra hulp van de varkenshouder groot gebracht wordt om daarna gezond en vitaal in het leven te staan.