Het saldo van de zeugenhouderij is in januari 2020 ruim vier maal zo hoog als in dezelfde maand vorig jaar. Dit is te danken aan de verdubbeling van de biggenprijzen en de daling van de voerkosten. Het fors gestegen saldo leidt tot een positief inkomen. De resultaten zijn berekend voor een standaardbedrijf met 800 gemiddeld aanwezige zeugen.
Stijgende biggenprijs zorgt voor fors hogere opbrengsten
De opbrengsten waren in januari 67.000 euro hoger dan vorig jaar door de fors hogere biggenprijs. De biggenprijs van 76 euro (inclusief toeslagen) is een verdubbeling ten opzichte van zowel januari vorig jaar als het langjarig gemiddelde. Omdat de vleesvarkensprijzen flink hoger zijn dan vorig jaar, waren de vleesvarkenshouders bereid meer te betalen voor de binnenlandse biggen. Ook de prijsverwachtingen zijn goed omdat China dit jaar nog meer varkensvlees zal invoeren dan vorig jaar door de grote gevolgen van de Afrikaanse varkenspest.
De kosten van opfokzeugen zijn hoger dan januari vorig jaar door de koppeling aan de biggenprijzen.
De voerkosten zijn in januari 2.100 euro per bedrijf lager dan in januari vorig jaar, toen de graanprijzen nog hoog waren door de droge zomer van 2018. September vorig jaar lagen de prijzen van veevoergrondstoffen op een dieptepunt. Sindsdien zijn de prijzen iets gestegen, met een prijsstijging van mengvoeders in december tot gevolg.
Saldo ruim boven het langjarig gemiddelde
In januari bedroeg het voortschrijdend jaarsaldo ruim 700.000 euro per bedrijf. Dit is bijna 400.000 euro boven het langjarig voortschrijdend gemiddelde en de trend is nog positief.