De varkensmarkt heeft op dit moment met veel uitdagingen te maken. En dat op meerdere gebieden. De Afrikaanse varkenspest en corona hebben een grote invloed op de slacht. Ook heeft de varkenshouderij te maken met hogere kosten en lagere inkomsten. Toch is er zicht op verbetering in deze situatie. Je leest het in deze update.
Zwaardere varkens door minder slacht
Varkens worden steeds zwaarder omdat er minder geslacht wordt door het coronavirus. Het is waarschijnlijk dat de gewichten in de loop van 2021 weer afnemen. Voor nu gelden de coronamaatregelen nog steeds. Dat betekent onder meer dat de horeca in Nederland en Duitsland voorlopig gesloten blijft. Thuis consumeren mensen dan wel meer, maar dat compenseert niet de sluiting van horeca. Dit zorgt voor een lagere consumptie en lagere prijzen voor karkassen. Tot week 47 van dit jaar werden er 13,6 miljoen varkens geslacht. Dat is 1% minder dan dezelfde periode in 2019. Maar het gemiddelde gewicht ligt met 99,7 kg 2% hoger. In Duitsland zijn de problemen ernstiger. De geslachte gewichten liepen binnen 10 weken op van 97,5 kg naar meer dan 99 kg in week 44. Alle varkenshouders kennen inmiddels het woord ‘Schweinestau’: file voor de slacht. Het aantal varkens dat in Duitsland in bijvoorbeeld week 45 niet geslacht kon worden wordt geschat op 600.000 dieren.
Uitbreiding Afrikaanse varkenspest in Duitsland problematisch
De tweede uitdaging is de Afrikaanse varkenspest (AVP), die in Duitsland nog niet voorbij is. Op dit moment zijn er 254 dieren positief getest op AVP. Zij werden gevonden in een ongeveer 130 kilometer lange strook langs de Poolse grens. Het gebied is nu veel groter dan in het begin van de uitbraak. De onderhandelingen over markttoegang met handelspartners als China wordt hierdoor moeilijker. Duitsland pleit voor ‘regionalisering’, dus het toestaan van varkensvlees uit AVP-vrije regio’s.
China was met 75 duizend ton per maand de grootste importeur van Duits varkensvlees. Een duidelijk toekomstbeeld is op dit moment lastig te geven en dat zorgt voor onzekerheid. Dat zien we terug in het aantal zeugen dat nu in Duitsland geslacht wordt. In de weken 43-45 van dit jaar werden gemiddeld 20% meer zeugen geslacht dan het jaar ervoor. Naar verwachting gaat het aantal zeugen in Duitsland op korte termijn al fors dalen waardoor op langere termijn meer vraag komt naar geïmporteerde biggen. Hoeveel is maar de vraag.”Een duidelijk toekomstbeeld is op dit moment lastig te geven en dat zorgt voor onzekerheid.”
Export binnen de EU
Ongeveer een derde van de totale export van varkensvlees uit Duitsland moet een nieuwe bestemming krijgen nu de export buiten de EU beperkt is. Een deel hiervan wordt naar andere landen in de Europese Unie geëxporteerd en heeft daarom veel invloed op de Europese varkensmarkt. België is AVP-vrij verklaard en dat is naast al het andere nieuws een licht positief punt. Het land mag waarschijnlijk binnen een paar weken weer naar China exporteren. Maar veel effect zal dit niet hebben.
Figuur 1: onzekerheid over afname overaanbod Duitsland
Voerprijzen stijgen
De derde uitdaging is de stijging in voerkosten. Wij verwachten dat de prijs voor sojameel volgend jaar gemiddeld 20% hoger zal zijn dan in 2020. Dit komt vooral door een hoge vraag naar soja vanuit China. Omdat de productie van varkensvlees daar stijgt, is er meer soja nodig. Een andere reden hiervoor is de prijsverhoging van soja in Argentinië. Sojaboeren zijn daar terughoudend met de verkoop. Varkenshouders in Nederland zullen dit ook merken als ze voerrantsoenen gebruiken waar veel soja in zit.
Herstel na januari onzeker
In het komende kwartaal blijven we lage prijzen voor vlees en biggen zien, terwijl de kosten voor voer stijgen. Maar de productie van varkensvlees wordt niet zomaar afgeremd. Dit begint met een lager aantal inseminaties, zoals we nu al zien. Pas na januari zullen er minder dieren zijn om te slachten. De lage prijzen kunnen weer omhoog als het teveel aan varkens verdwenen is. De ontwikkelingen rond de AVP in Duitsland bepalen voor een groot deel hoe positief de lente van 2021 zal zijn.
Bron: Rabobank