Fokken is het selecteren van de beste dieren voor de volgende generatie. Te strenge selectie op de gewenste eigenschappen kan verlies van genetische diversiteit tot gevolg hebben. Tijdens de thema avond ‘Selecteren kun je leren’ op 16 november jl. zijn er met vier korte presentaties handvatten geboden om hier een goede balans in te vinden.
Wat een ras kenmerkt, wil je graag behouden voor de toekomst. Door geschikte dieren te selecteren kun je gewenste kenmerken behouden en verbeteren. Het is belangrijk om dit te doen met behoud van genetische diversiteit in een populatie. Er zijn handvatten om een duurzaam fokprogramma op te zetten met zowel genetische vooruitgang als genetische diversiteit. Fokkerij is krachtig bij consequent gebruik.
Fokwaarden
Het meten van prestaties en selecteren van de beste dieren voor de volgende generatie is essentieel. En dan moeten die prestaties ook gemeten worden in een houderijsysteem waarin de dieren moeten presteren. Een fokwaarde is een schatting van welke erfelijke aanleg een dier doorgeeft aan zijn nakomelingen om op die manier genetische vooruitgang te realiseren. Voor belangrijke eigenschappen kunnen fokwaarden je helpen grip te houden op veranderingen in een populatie.
De invloed van fokkerijkeuzes
Als je heel streng selecteert op de gewenste eigenschappen, dan kan het zijn dat er weinig dieren geschikt gevonden worden en dat deze vervolgens veelvuldig worden ingezet. Hoewel deze keuze kan resulteren in een grotere genetische vooruitgang op de gewenste kenmerken, kan het ook nadelig zijn voor de genetische diversiteit in de toekomst door een hogere inteelttoename. Er zijn wiskundige methoden voor gericht beheer om de inteelttoename te beperken, zoals de “mean kinship-methode” die de verwantschap van een dier met de populatie berekent en de “optimale contributie-methode” die dieren rangschikt op hun bruikbaarheid om de inteelttoename laag te houden.
Risicofactoren
Bij inteelt neemt de kans op erfelijke gebreken toe. We noemen vier risicofactoren die de kans op inteelt kunnen vergroten. Kleine populaties lopen meer risico’s omdat dieren al snel gemeenschappelijke voorouders hebben. Een tweede risicofactor is als maar een beperkt aantal dieren voor de fokkerij ingezet worden. Populaire dieren in een populatie vormen een groot risico. Daarnaast kan selectie de inteelttoename vergroten. Een minimaal benodigde populatieomvang die zich zelfstandig kan redden bestaat uit 50 mannelijke en 50 vrouwelijke dieren. Indien er geselecteerd wordt in de populatie zijn meer dieren nodig.
Genetische diversiteit
Er is geen kant-en-klare oplossing voor elke situatie; een advies is wel om het stapsgewijs te doen. Op populatieniveau zijn er invloeden die de genetische diversiteit vergroten en verkleinen. Sommige worden beïnvloed door ons, anderen gebeuren toevallig. Wel zijn er methoden om met verstand te balanceren tussen genetische vooruitgang en genetische diversiteit.
De webinar en presentaties zijn terug te vinden op het dossier Fokken met Verstand.
Bron: WUR