Een betere eetlust van de zeugen, een kortere interval tussen spenen en dekken en najaarsverwerpers. Dat zijn de veranderingen die je in het najaar kunt zien bij jouw zeugen. Ruud de Groot, specialist Zeug en Big bij Agrifirm, zet op een rij waar je op kunt letten.
Terwijl we de warme zomerperiode verlaten en het najaar ons tegemoet komt, kan er ongemerkt een aantal zaken op je bedrijf veranderen.
Conditie en gewicht zeugen
Ook afgelopen zomer kende weer extreem warme periodes. Hierdoor stond de voeropname in de kraamstal sterk onder druk. Sommige bedrijven hebben zelfs hun voergift in de drachtstal verlaagd vanwege te lage voeropname of om uitval onder de zeugen te voorkomen. Daarom is het extra van belang de conditie en het gewicht van jouw zeugen op dit moment te beoordelen. Je adviseur kijkt hierin graag met je mee.
Betere eetlust zeugen
In de kraamstal zal de temperatuur in het najaar lager zijn dan tijdens de zomerperiode. Dit leidt waarschijnlijk tot een betere eetlust van de zeugen. Controleer dus of je de voergift in de kraamstal kunt optimaliseren.
Kortere interval spenen-dekken
Bij een hogere voeropname in de kraamstal en daardoor minder conditieverlies van de zeugen, kan het interval tussen spenen en dekken korter worden. Breng dit goed in beeld, zodat je op het optimale moment insemineert. Dit leidt wellicht in combinatie met het betere conditiebehoud vanuit de kraamstal tot meer en uniformere biggen.
Temperatuur compenseren
Als het bij jou in de dek- en drachtstal niet kouder wordt dan 21°C, hoef je niet te compenseren voor de lage temperatuur. Komt de temperatuur wel onder de 21°C? Compenseer dan elke graad lager met 100 gram extra voer per dier per dag.
Bron: Agrifirm