Verkoopt u als ondernemer een bedrijfsmiddel en is de opbrengst hiervan hoger dan de boekwaarde? Dan wordt de ontstane boekwinst in de belastingheffing betrokken. Om een acute belastingheffing te voorkomen, kunt u een herinvesteringsreserve (HIR) vormen. ABAB zet de voorwaarden en gevolgen voor u op een rij.
Voorwaarden HIR
Zowel voor het vormen als voor het afboeken van een HIR gelden voorwaarden. Een HIR kan alleen worden gevormd bij de verkoop van een bedrijfsmiddel, waarbij de ondernemer aan het einde van het boekjaar een herinvesteringsvoornemen heeft. Dit betekent dat de ondernemer bij de verkoop van een bedrijfsmiddel het voornemen heeft het resultaat te herinvesteren in een of meerdere bedrijfsmiddelen. Dit voornemen moet onafgebroken aanwezig blijven tot het moment van herinvesteren. De ondernemer moet het herinvesteringsvoornemen aannemelijk maken op basis van kenbare gedragingen.
Bij de afboeking van een HIR gelden drie voorwaarden:
- de boekwaarde-eis;
- dezelfde economische functie-eis;
- de herinvesteringstermijn.
Boekwaarde-eis
De boekwaarde-eis houdt in dat de boekwaarde van het vervangende bedrijfsmiddel of de vervangende bedrijfsmiddelen na afboeking van de HIR niet lager mag zijn dan de boekwaarde van het verkochte bedrijfsmiddel. Let op: bij de vervreemding van bedrijfsmiddelen waarop willekeurig is afgeschreven, moet een herrekening worden gemaakt van de boekwaarde die zou gelden bij een normale afschrijving.
Dezelfde economische functie-eis
Dezelfde economische functie-eis gaat over de afschrijvingstermijn van het vervreemde bedrijfsmiddel en het bedrijfsmiddel waarin wordt geherinvesteerd. Een gevormde HIR van een bedrijfsmiddel met een korte afschrijvingstermijn (tien jaar of minder) moet verplicht worden afgeboekt op de aanschafkosten van een kort afschrijfbaar bedrijfsmiddel.
Een gevormde HIR op boekwinsten op niet-afschrijfbare bedrijfsmiddelen of bedrijfsmiddelen met een afschrijvingstermijn van langer dan tien jaar, kan alleen worden afgeboekt als het verkochte bedrijfsmiddel en het nieuwe bedrijfsmiddel binnen de onderneming eenzelfde economische functie vervullen. Daarnaast mag een gevormde HIR op niet- en lang afschrijfbare bedrijfsmiddelen worden afgeboekt op kort afschrijfbare bedrijfsmiddelen, maar dit is niet verplicht.
Let op: als de vervreemding het gevolg is van overheidsingrijpen, dan komt de economische functie-eis te vervallen als het bedrijfsmiddelen met een afschrijvingstermijn van tien jaar of langer betreft. Voor investeringen in niet-afschrijfbare bedrijfsmiddelen gelden wederom afwijkende regels.
De herinvesteringstermijn
De herinvesteringstermijn houdt in dat de HIR binnen drie kalenderjaren, na het jaar van vervreemding, moet worden geherinvesteerd. Als dit niet binnen deze termijn gebeurt, valt de HIR alsnog in het derde jaar in de belastingheffing. Bestaat er op een eerder moment geen herinvesteringsvoornemen meer? Dan wordt de HIR in het jaar dat het voornemen is opgehouden in de belastingheffing betrokken.
Verlenging driejaarstermijn
Er zijn twee redenen waarvoor de driejaarstermijn kan worden verlengd:
- Als in verband met de aard van het bedrijfsmiddel voor de herinvestering een langer tijdvak is vereist.
- Als de herinvestering waaraan een begin van uitvoering is gegeven, door bijzondere omstandigheden is vertraagd.
Wilt u een beroep doen op verlenging? Dan is het verstandig om tijdig een verzoek tot termijnverlening in te dienen bij de Belastingdienst.
Gevolgen van de coronacrisis
Heeft de coronacrisis gevolgen voor een afboeking van de HIR? De staatssecretaris van Financiën heeft aangegeven dat ‘ervan mag worden uitgegaan dat de coronacrisis als bijzondere omstandigheid kwalificeert’. Dit houdt in dat als een ondernemer voor de afloop van de driejaarstermijn al in onderhandeling was met een verkoper over de aanschaf van een bedrijfsmiddel, de ondernemer een begin aan de uitvoering heeft gegeven.
Een voorbeeld om dit te verduidelijken: stel dat de driejaartermijn verliep op 31 december 2020, maar een ondernemer krijgt het in 2020 niet voor elkaar een financiering voor een aankoop te krijgen. Halverwege 2021 lukt het de ondernemer wel om deze financiering te krijgen. Met het besluit van de staatssecretaris kan het standpunt worden ingenomen dat de HIR niet per 31 december 2020 hoeft vrij te vallen in de winst, maar afgeboekt kan worden op het bedrijfsmiddel dat in 2021 wordt aangeschaft.
De coronacrisis kwalificeert doorgaans als een bijzondere omstandigheid die verlenging van de driejaarstermijn mogelijk maakt. Daarnaast heeft de Belastingdienst aangegeven hier ruimhartig mee om te gaan.
Neem tijdig contact op met uw belastingadviseur
Door het vormen van een HIR bij de vervreemding van een bedrijfsmiddel wordt de belastingheffing over de behaalde boekwinst uitgesteld. Beoordeel wel of het vormen van een HIR bij de vervreemding van een bedrijfsmiddel voordelen biedt; het is namelijk niet verplicht. Daarnaast moet u een gevormde HIR ook kunnen afboeken binnen de gestelde voorwaarden en de genoemde driejaarstermijn. Door de coronacrisis bestaan er mogelijkheden om onder voorwaarden de driejaarstermijn te verlengen.
Bron: ABAB