Als u ondernemer bent en voldoende uren in uw onderneming werkt, dan heeft u recht op de ondernemersfaciliteiten. De meest bekende faciliteit is de zelfstandigenaftrek. In dit artikel zet ABAB de voorwaarden die bij de zelfstandigenaftrek gelden voor u op een rij. Daarnaast komt het toekomstperspectief van de zelfstandigenaftrek aan de orde.
Zelfstandigenaftrek en urencriterium
U komt in aanmerking voor de zelfstandigenaftrek als u voldoet aan het urencriterium. Dit betekent dat u minimaal 1.225 uur per jaar én meer dan 50 procent van de arbeidstijd (inclusief reistijd) aan de onderneming besteedt. Daarnaast geldt in een samenwerkingsverband tussen gebonden personen dat de samenwerking gebruikelijk is en de tijd niet hoofdzakelijk aan ondersteunende werkzaamheden wordt besteed. Indien u aan al deze voorwaarden voldoet, bedraagt de zelfstandigenaftrek € 6.310 tot de AOW-leeftijd (€ 6.670 in 2021) en € 3.155 (€ 3.335 in 2021) vanaf de AOW-leeftijd. De zelfstandigenaftrek kan niet hoger zijn dan de winst. Als dat wel het geval is, wordt de niet-gerealiseerde zelfstandigenaftrek doorgeschoven naar één van de volgende negen jaren.
Voor startende ondernemers gelden soepelere regels voor de zelfstandigenaftrek. Voor het urencriterium hoeven starters in de eerste vijf jaar niet aan de zogenoemde 50 procent-eis te voldoen. Daarnaast is de hoogte van de zelfstandigenaftrek, in de jaren dat de startersaftrek van toepassing is, niet beperkt tot de hoogte van de winst en wordt de zelfstandigenaftrek verhoogd met een startersaftrek van € 2.123 in maximaal drie jaren.
Bewijslast
Wilt u aanspraak maken op de zelfstandigenaftrek, dan moet u zelf aannemelijk maken dat u aan de voorwaarden van het urencriterium voldoet. Er zijn meerdere rechtelijke uitspraken waarin het aannemelijk maken van het aantal gewerkte uren aan bod komt. Uit een uitspraak in april 2020 blijkt dat het globaal bijhouden van een urenoverzicht dat onvoldoende gespecificeerd is, niet voldoende is. In deze casus bevatten de overgelegde urenoverzichten getotaliseerde stelposten die summier waren onderbouwd. Aangezien de ondernemer onvoldoende helderheid over de daadwerkelijk gewerkte uren en inhoud van de werkzaamheden gaf, oordeelde de rechter dat de ondernemer in dit geval geen recht op de zelfstandigenaftrek had.
Het is dus van belang om een gespecificeerde urenregistratie bij te houden. Zeker in gevallen waarbij discussie kan ontstaan over het aantal uren dat er in de onderneming wordt gewerkt. Met een achteraf opgestelde urenspecificatie is het vaak moeilijk om aan te tonen dat het vereiste aantal uren in de onderneming is gewerkt.
Toekomst zelfstandigenaftrek
In het coalitieakkoord is opgenomen dat de zelfstandigenaftrek nog sneller wordt afgebouwd dan voorheen was vastgesteld. De reden van deze afbouw is het verschil tussen werknemers en zelfstandigen te verkleinen. Het sneller afbouwen houdt in dat vanaf 2023 het fiscale voordeel jaarlijks daalt met € 650 en in 2028 en 2029 met € 605 tot een bedrag van € 1.200 in 2030. Ter compensatie zal de arbeidskorting van zelfstandigen worden verhoogd.
Daarnaast wordt de aftrek waartegen de zelfstandigenaftrek plaatsvindt sinds 2020 verlaagd naar het basistarief van 37,07 procent in 2023.
Bron: ABAB