De biggenprijzen zijn in de loop van 2021 opnieuw fors gedaald en komen gemiddeld 20 procent lager uit door de zwakkere varkensmarkt. De gemiddelde voerprijs in de zeugenhouderij is 13 procent hoger dan in 2020.
De gemiddelde biggenprijs daalde van 51 euro in 2020 naar 41 euro in 2021. De biggenprijzen waren begin 2021 al flink lager dan in 2020, mede doordat er in Duitsland te weinig plaatsingsruimte was voor nieuwe biggen. Dat kwam doordat een deel van vleesvarkens in Duitsland niet tijdig naar slachterijen kon en zwaarder werd afgeleverd. De verwerkingscapaciteit was kleiner door uitval onder slachterijpersoneel als gevolg van coronabesmettingen.
Ook zijn vleesvarkenshouders terughoudend om biggen op te leggen door een combinatie van moeilijke afzet richting slachterijen, steeds duurder voer en het risico op een verdere verspreiding van Afrikaanse varkenspest.
Vraag en aanbod
In maart zijn de biggenprijzen flink aangetrokken door de grotere vraag in het voorjaar en een kleiner aanbod. Vooral in Nederland en Duitsland is de biggenproductie gedaald. In Nederland is circa 7 procent van de zeugen uit de markt gehaald door de opkoopregeling van de overheid.
In Duitsland is de zeugenstapel in 2020 ruim 5 procent gekrompen door de coronacrisis, Afrikaanse varkenspest en strengere milieu- en dierenwelzijnsregels. Dit jaar was de gebruikelijke voorjaarspiek in opleg te zien.
Spanje heeft in het voorjaar meer Nederlandse biggen ingevoerd om te kunnen voldoen ook de grotere vraag naar varkensvlees in de zomer, mede dankzij de vakantiegangers. Daardoor waren de vleesvarkenshouders bereid om meer te betalen voor biggen.
Biggenprijzen
In juni zijn de biggenprijzen iets gedaald, gevolgd door een sterke daling in het derde kwartaal. Vooral de export van biggen kwam onder druk, waardoor de prijzen onderuitgingen. Dat was ook een gevolg van de teleurstellende ontwikkeling van de vleesvarkensprijzen. Afrikaanse varkenspest in Duitsland en Polen en de lagere varkensprijs zorgden voor terughoudendheid bij de vleesvarkenshouders.
De biggenprijzen werden zo laag dat zeugenhouders zich soms genoodzaakt zagen om extra biggen te verkopen als slachtbiggen. Wel lijkt het dieptepunt van de biggenprijs, die in oktober en november werd bereikt, achter de rug. Een lichte prijsstijging is mogelijk, maar blijft vooral afhankelijk van de vleesvarkensprijzen, die eind 2021 nauwelijks bewegen.
Fors hogere voerprijzen
De voerprijzen in de zeugenhouderij zijn gemiddeld zijn gemiddeld 13 procent hoger dan in voorgaand jaar. De prijs van zeugenvoer is bijna 16 procent gestegen en de prijs van biggenkorrel is 11 procent gestegen op jaarbasis. De voerprijzen stijgen al vanaf eind 2019 en de trend is nog steeds opwaarts. Dat is het gevolg van de hogere prijzen voor veevoergrondstoffen, vooral van granen en graanproducten, die voor de zeugenhouderij belangrijk zijn.
Oorzaken van de hogere graanprijzen zijn vooral de tegenvallende tarweoogsten in de Verenigde Staten en Canada. Ook de voorraden in China waren kleiner dan verwacht. In navolging daarvan stijgen ook de andere prijzen van voergrondstoffen. De grondstoffenmarkt blijft krap en dat geldt zowel voor granen als voor eiwitrijke grondstoffen. Naar verwachting zullen voerprijzen nog verder stijgen, alleen al omdat de mengvoerprijs in de regel met een vertraging van een aantal maanden de grondstoffenprijs volgt.
Bron: Agrimatie