Fokkerij-organisatie PIC zet voor de fokwaardeschatting voor zowel beren- als zeugenlijnen in op gegevens van commerciële bedrijven. “Door data hieruit te combineren met data uit de kernfok krijgen we een nauwkeurigere fokwaardeschatting en kunnen we betere selectiebeslissingen maken”, vertelt PIC-geneticus Saskia Bloemhof-Abma. “Zeker als het gaat om vitaliteit en robuustheid merken we de voordelen hiervan.”
Genetische vooruitgang
PIC is wereldwijd de grootste fokkerij-organisatie in de varkenshouderij. Voor geneticus Saskia Bloemhof-Abma ligt het werkterrein vooral in Noord-, Midden- en Zuid-Amerika. Daarnaast bedient ze de Nederlandse en Belgische markt. “Ik kom uit Nederland, ken de markt, de taal en de cultuur. Daarom ben ik ook in Nederland en België de hoofdverantwoordelijke om onze genetic services te implementeren.” In Nederland zijn Next Genetix (Danic-zeugen) en PIC-Nederland (Camborough zeugen en eindberen) de licentiehouders van PIC, in België wordt PIC-materiaal vermarkt door KI Lichtervelde/Danis. Bloemhof-Abma deelt de kennis vanuit PIC met de teams in de landen waar zij actief is. Daarnaast geeft zij de teams ondersteuning door middel van bijvoorbeeld uitleg van het fokprogramma en het implementeren van fokkerij-rapporten. “Mijn uiteindelijke taak is de genetische vooruitgang die we bij PIC boeken zo snel mogelijk in de stal te krijgen van in dit geval Nederlandse en Belgische varkenshouders”, vertelt de in Wageningen afgestudeerde geneticus. “Daarvoor is het uiteraard belangrijk de wensen van de markt te kennen. Dat betekent dus ook veel informatie verzamelen in de praktijk. Bij klanten, in de stal en in het slachthuis bijvoorbeeld.”
Groot verschil tussen Amerikaanse en Europese markt
De wensen van de markt in Amerika en Europa kennen grote verschillen. Volgens Bloemhof-Abma is dat één van de aspecten die haar functie zo leuk maakt. “In Amerika willen varkenshouders zo snel mogelijk afleveren tegen een zo laag mogelijke kostprijs. Ze leggen het varken op en het moet zo snel mogelijk op gewicht zijn. Een Piétrain verkoop je daar daarom nooit. In Europa wel, hier wordt bij veel bedrijven meer gekeken naar spek en spierdikte, waarbij het varken dan wel meer tijd nodig heeft om het eindgewicht te halen. Dit betekent selecteren op zaken als spierdikte, spekdikte, conformatie en exterieur. Met onze diversiteit aan producten kunnen we deze landen allemaal bedienen.”
Meer kennis uit de praktijk
PIC gaat in de regel een stapje verder als andere aanbieders van genetica als het gaat om het ophalen van kennis uit de markt. De fokkerij-organisatie maakt namelijk gebruik van het ‘GNXbred-programma’ (Genetic Nucleus Cross-bred) voor de eindberen en de zeugenlijnen. Dit betekent dat PIC een beer, voordat hij ingezet wordt in de kernfok, eerst inzet op commerciële bedrijven. Vervolgens worden de nakomelingen gevolgd tot in het slachthuis. De beren mogen zich dus eerst in de praktijk bewijzen voor ze in de topfok worden ingezet. Data van varkens van commerciële bedrijven en data uit de topfok worden vervolgens gecombineerd in de fokwaardeschatting. Op basis daarvan maakt PIC de selectiebeslissing. Volgens Bloemhof-Abma geeft dit een veel representatiever beeld dan fokwaardeschatting puur aan de hand van resultaten uit de kernfok. “Kernfokbedrijven hebben doorgaans een hoge gezondheidsstatus, veel personeel en daardoor meer aandacht voor de dieren en een lagere hokbezetting. Dit geeft geen correcte afspiegeling van de praktijk, in omstandigheden met ziekteverwekkers als PRRS en mycoplasma. Zaken als uitval, groei en voederconversie verschillen wezenlijk. Ik zeg wel eens gekscherend dat een dier op een kernfokbedrijf niet dood kan gaan, al zou die dat willen. En in de praktijk moet een dier uiteindelijk presteren. Robuustheid betekent of een dier uitvalt of niet. Bij ons bedraagt robuustheid veertig procent van de index”, legt Bloemhof-Abma uit.
Effect GNXbred merkbaar
PIC hanteert GNXbred voor de fokwaardeschatting van de eindberen al twintig jaar. De effecten zijn volgens Bloemhof-Abma duidelijk merkbaar. “Als feedback krijgen we terug dat de beren robuuster zijn en dat de uitval lager is. Biggen zijn vitaler, gaan meteen naar de speen. Wij selecteren op overleving en geboortegewicht. Dat geeft een vitalere big met voldoende reserves, die ondanks het geboorteproces voldoende energie heeft om meteen aan de gang te gaan. Dit vertaalt zich door naar het vleesvarken. Een big die goed uit de startblokken komt, heeft daar het hele leven profijt van.” PIC zag sinds 2013 het gemiddelde geboortegewicht toenemen met 150-200 gram en het aantal geboren biggen per worp nam met 4,5 toe. “Zonder de combinatie met GNXbred hadden we dit niet voor elkaar gekregen”, weet Bloemhof-Abma. Voor de zeugenlijnen is PIC zo’n vijf jaar geleden gestart met GNXbred. Het is wat lastiger om te zeggen wat hier de resultaten van zijn. Een zeug die vandaag wordt ingezet, wordt idealiter pas een paar jaar later afgevoerd. Op dit moment wordt er daarom ook hard aan gewerkt. “In Amerika volgen we de zeugen op een aantal verschillende commerciële bedrijven met in totaal 40.000 zeugenplaatsen”, geeft Bloemhof-Abma als voorbeeld.
Werkwijze geeft uitdagingen
De GNXbred-werkwijze vraagt bij PIC de nodige uitdaging. Inzet op commerciële bedrijven zorgt voor een extra datastroom die goed en tijdig verwerkt moet worden. Daarnaast moeten geschikte bedrijven te vinden zijn. Bloemhof-Abma vertelt dat PIC daarbij nog wel een slachtoffer van het eigen succes wordt. “Er worden op zo’n bedrijf ineens veel meer data verzameld dan voorheen. Meer data betekent dat er beter gestuurd kan worden. De varkenshouder gaat dat doen, waardoor de resultaten verbeteren. De omstandigheden veranderen en daardoor is het bedrijf na een tijdje niet representatief meer. Dat is mooi voor de varkenshouder, maar voor ons betekent dat dat we op zoek moeten naar een nieuw bedrijf.” In Nederland is op dit moment één gesloten bedrijf waar data van eindberen wordt verzameld voor GNXbred.
Camera’s inzetten voor beenwerkbeoordeling
Robuustheid en levensduur worden steeds belangrijker. De beenwerkscore is hier een belangrijk onderdeel in. Dit was altijd mensenwerk, maar sinds kort zet PIC hiervoor ook slimme technieken in op basis van videobeelden. Middels algoritmes kan het systeem bepalen hoe een varken beweegt. In de toekomst kan de technologie ook worden ingezet voor het meten van gedrag, ook een erfelijke component. Vooralsnog worden de cameratechnieken enkel in de kernfok ingezet, maar op langere termijn verwacht Bloemhof-Abma dat we ze ook op de GNXbred-bedrijven tegen kunnen komen.
Tekst: Gerben Hofman
Beeld: PIC
Dit is een artikel uit vakblad Varkensbedrijf. Meer van dit lezen? Abonneer u dan direct!