Het jaar is sterk begonnen voor de zeugenhouderij, voornamelijk dankzij de aanzienlijk hogere prijs voor biggen. In mei 2023 was het saldo van zeugen 138.000 euro hoger dan in mei vorig jaar, vooral te danken aan bijna 90% hogere opbrengsten en 13% dalende voerkosten.
Het saldo is nu driemaal zo hoog als het langjarige gemiddelde voor de maand mei in de periode van 2013-2022. Naast de kosten voor voer en biggen, worden ook de overige toegerekende kosten ruimschoots gedekt door de opbrengsten, wat resulteert in een zeer positief inkomen. Deze resultaten zijn berekend voor een bedrijf met gemiddeld 1.000 zeugen.
Opbrengsten fors hoger dan vorig jaar
Na enkele moeilijke jaren voor de zeugenhouderij, is het saldo dit jaar sterk verbeterd. In mei werden alle kosten ruimschoots gedekt door de opbrengsten. De voerprijzen zijn aan het dalen sinds de piek in juni 2022. De prijs voor biggen was in mei ruim 90% hoger dan vorig jaar en ligt bijna 48 euro boven het langjarige gemiddelde voor de periode 2013-2022. Het aanbod van biggen is redelijk in evenwicht. In navolging van de hogere prijs voor vleesvarkens, was de prijs van slachtzeugen in mei 50% hoger dan vorig jaar.
Voortschrijdend saldo fors gestegen
Het voortschrijdend jaarsaldo van zeugen lag in mei ver boven het langjarige gemiddelde. In juli 2022 werd het dieptepunt bereikt met 518.000 euro per bedrijf (of 518 euro per zeug) onder het langjarige gemiddelde. Dankzij een aanzienlijk herstel in de afgelopen maanden, kwam het voortschrijdend jaarsaldo in mei uit op ruim 258.000 euro boven het langjarige gemiddelde. Dat komt overeen met 259 euro per zeug per jaar.
Bron: Agrimatie