De alsmaar verder stijgende voerkosten, in combinatie met lagere opbrengsten, hebben voor een forse daling van het saldo zeugen tot 8.600 euro in mei 2022 gezorgd. Dat is bijna 52.000 euro, ofwel 86 procent, lager dan in dezelfde maand vorig jaar. Daardoor worden de overige kosten niet meer gedekt en is het inkomen sterk negatief. De resultaten zijn berekend voor een bedrijf met gemiddeld 1.000 zeugen.
Voerkosten worden steeds hoger, opbrengsten blijven achter
De zeugenhouderij zit in zwaar weer door de steeds verder stijgende voerkosten en lagere opbrengsten. In de periode september tot en met februari waren de totaal toegerekende kosten zelfs hoger dan de opbrengsten, waardoor het saldo negatief was. In maart en april werd het saldo wel weer positief dankzij de gestegen biggenprijs. Deze opleving was echter van korte duur, in mei zakte de biggenprijs en daarmee ook het saldo. De voerkosten stijgen onverminderd door en zijn ruim 28.000 euro hoger dan mei vorig jaar. De biggenprijs is in mei bijna 10 euro lager dan mei vorig jaar en ligt met 50 euro (inclusief toeslagen) per big 5 procent onder het langjarig gemiddelde over 2012-2021.
De biggenprijzen waren in maart hersteld van het lage niveau daarvoor. Het aanbod van biggen was lager doordat vooral in Duitsland, Nederland en Denemarken zeugenbedrijven stopten. Door de kleinere zeugenstapel komen ook minder biggen op de markt. Na die korte opleving in maart met hogere biggenprijzen, is in de loop van april de stemming op de biggenmarkt omgeslagen. Doordat de afzet van vleesvarkens moeizamer gaat, is er minder ruimte voor het opleggen van biggen. Normaal gesproken worden in het voorjaar veel biggen uitgevoerd naar Duitsland en Spanje. Die export is dit jaar beperkt, waardoor de biggenprijzen onder druk staan.
In navolging van de hogere vleesvarkensprijs is ook de prijs van slachtzeugen in mei hoger dan vorig jaar, 10 procent boven het langjarig gemiddelde.
De stijging in de kosten van voer zet door en ligt in mei maar liefst 45 procent hoger dan dezelfde maand een jaar eerder. De oorlog in Oekraïne zorgt voor grote verstoringen van de handelsstromen en onrust op de granenmarkt, waardoor de prijzen vanaf maart explosief zijn gestegen. De prijzen van het zeugenvoer en biggenvoer zijn in mei respectievelijk met 47 procent en 43 procent gestegen ten opzichte van het jaar daarvoor. De voortdurende prijsstijging van veevoergrondstoffen ligt ten grondslag aan de substantiële toename van de voerkosten. De voerkosten per bedrijf zijn daardoor ruim 28.000 euro hoger dan in mei vorig jaar.
Voortschrijdend saldo zakt verder weg
Het voortschrijdend jaarsaldo van zeugen lag in mei 471.000 euro onder het langjarig gemiddelde. In april 2020 werd nog de top bereikt van 621.000 euro per bedrijf (621 euro per zeug) boven het langjarig gemiddelde. Daarna zette een daling in die nog niet is gestopt. In mei 2022 daalde het voortschrijdend jaarsaldo naar 33 euro per zeug, tegen een langjarig gemiddelde van 504 euro per zeug.
Bron: Agrimatie