In augustus is het saldo van zeugen 5.100 euro hoger dan in dezelfde maand vorig jaar doordat de opbrengsten meer zijn gestegen dan de kosten. Het saldo van 9.000 euro ligt nog wel bijna 70 procent onder het langjarig gemiddelde van 2012-2021. De overige kosten worden slechts voor een klein deel gedekt en het inkomen is daardoor sterk negatief. De resultaten zijn berekend voor een bedrijf met gemiddeld 1.000 zeugen.
Opbrengsten stijgen sterker dan de voerkosten
De zeugenhouderij zit nog steeds in zwaar weer door de hoge voerkosten die onvoldoende worden gedekt door opbrengsten. In september tot en met februari waren de totaal toegerekende kosten zelfs hoger dan de opbrengsten, waardoor het saldo negatief was. In maart en april trad een herstel op dankzij de gestegen biggenprijs, maar die zakte daarna in.
De voerkosten stegen verder tot de top in juni. Sindsdien zijn de voerprijzen wel iets gedaald, maar de voerkosten zijn nog bijna 25.000 euro hoger dan augustus vorig jaar. De biggenprijs is in augustus 12,50 euro hoger dan augustus vorig jaar en ligt met bijna 50 euro (inclusief toeslagen) per big 16 procent boven het langjarig gemiddelde 2012-2021.
De biggenprijzen waren in maart en april hersteld doordat het aanbod van biggen lager was. Vooral in Duitsland, Nederland en Denemarken stopten vorig jaar meer zeugenbedrijven. Normaal gesproken worden veel biggen uitgevoerd naar Duitsland en Spanje. Maar die export loopt dit jaar slechter, waardoor de biggenprijzen ook onder druk staan. Daarvoor zijn diverse oorzaken.
In het westen van Duitsland, dicht bij de Nederlandse grens, is Afrikaanse varkenspest geconstateerd waardoor minder biggen naar Duitsland gaan. En gemengde bedrijven in Duitsland houden minder vleesvarkens omdat ze eigen voergranen duur hebben verkocht door onzekerheid over de vleesvarkensprijzen. In Spanje is het aanbod van biggen kleiner door de varkensziekte PPRS en minder invoer van biggen uit angst voor de insleep van Afrikaanse varkenspest. De biggenprijzen stonden ook onder druk door de perioden met grote hitte waardoor minder exportcertificaten voor transporten van biggen werden afgegeven.
In navolging van de hogere vleesvarkensprijs is ook de prijs van slachtzeugen in augustus hoger dan vorig jaar en ligt 11 procent boven het langjarig gemiddelde.
De voerkosten zijn dit jaar flink gestegen en zijn in augustus bijna 40 procent hoger dan in augustus vorig jaar. De oorlog in Oekraïne zorgde voor een grote verstoring van de handelsstromen en onrust op de granenmarkt, waardoor de voerprijzen vanaf maart zeer sterk stegen. De prijzen van het zeugen- en biggenvoer zijn in augustus 39 procent hoger dan vorig jaar. Dit als gevolg van de duurdere veevoergrondstoffen. De voerkosten per bedrijf zijn daardoor bijna 25.000 euro hoger dan augustus vorig jaar. In juli en augustus zijn de voerprijzen wel iets gezakt doordat de graanexport uit Oekraïne en Rusland langzaam weer op gang komt.
Voortschrijdend saldo zakt naar dieptepunt
Het voortschrijdend jaarsaldo van zeugen ligt in augustus 537.000 euro onder het langjarig gemiddelde. In april 2020 werd nog de top bereikt van bijna 621.000 euro per bedrijf (621 euro per zeug) boven het langjarig gemiddelde. Daarna zette een daling in naar het dieptepunt in juli. In augustus is het voortschrijdend jaarsaldo slechts een fractie hoger uitgekomen op 34 euro per zeug negatief, tegen een langjarig gemiddelde van 504 euro per zeug.
Bron: Agrimatie