Voor vleesvarkenshouders is het nieuwe jaar matig begonnen met een saldo dat in januari 4.500 euro lager is dan in januari vorig jaar. De halvering van het saldo is het gevolg van lagere opbrengsten en iets hogere voerkosten. De kosten van biggen zijn wel lager, maar onvoldoende om de opbrengstdaling op te vangen. Sinds augustus 2017 ligt het saldo onder het langjarig gemiddelde 2008-2017.
Opbrengsten sterker gedaald dan kosten voor biggen
In januari zijn de marges vooral gedaald door lagere opbrengsten. De eveneens gedaalde kosten voor biggen kunnen die opbrengstdaling niet geheel opvangen. De invloed op het saldo van 14% lagere vleesvarkensprijzen is groter dan die van 20% lagere biggenprijzen. Daarmee is in januari het seizoenspatroon voortgezet met relatief lage vleesvarkensprijzen na een eveneens zwak vierde kwartaal. De voerkosten zijn iets hoger dan januari vorig jaar door licht oplopende prijzen van sojaschroot.
De varkensmarkt is nog steeds in mineur na de prijsdalingen eind 2016 door het toegenomen aanbod. De Nederlandse slachterijen hebben vorig jaar bijna 5% meer varkensvlees verwerkt dan in 2016. De vleesvarkens werden ook op een hoger gewicht geslacht. In 2017 daalde de uitvoer met 2,7 miljoen varkens (-12,5%). Met name de afzet naar Duitsland daalde; daar gingen circa 380.000 minder vleesvarkens naar toe. Niet alleen in Europa, maar ook in de VS en Canada groeit de productie waardoor de varkensprijzen onder druk staan.
Saldo gehalveerd
Het saldo van vleesvarkensbedrijven is in januari 2018 4.500 euro lager dan vorig jaar. Het saldo staat al langere tijd onder druk en ligt sinds augustus 2017 onder het langjarig gemiddelde 2008-2017. Dat is vooral het gevolg van hoge aankoopprijzen voor biggen, want de vleesvarkensprijzen lagen het grootste deel van 2017 wel boven het langjarig gemiddelde. Het saldo van januari blijft daardoor ruim onder het langjarig gemiddelde, waardoor na aftrek van de overige kosten een negatief inkomen wordt gerealiseerd.
Voortschrijdend saldo daalt verder
Sinds juli 2016 was er een periode met een stijgend voortschrijdend saldo door verbeterde maandresulaten. In juni 2017 werd het topniveau bereikt. Het saldo over de twaalfmaandsperiode van februari 2017 tot en met januari 2018 is een halvering ten opzichte van dat topniveau.