Voerverspilling heeft nadelige gevolgen voor je voerkosten. We maken hierin onderscheid tussen zichtbare en niet-zichtbare voerverspilling. Niet-zichtbare voerverspilling heeft betrekking op het voeren naar behoefte: zorg dat het varken precies de hoeveelheid voer binnen krijgt die hij nodig heeft. Niet meer en niet minder.
Het advies is om met een 3- of soms zelfs 4-fasen systeem te werken, zodat het beste naar behoefte gevoerd kan worden. Per 1000 vleesvarkens kan de besparing op voerkosten met deze methode oplopen tot wel 15000 euro per jaar, aldus adviseur Jan van ’t Westeinde.
“Een scherpe voerconversie is een must om bij de top te behoren en überhaupt een boterham te verdienen, maar wij zien grote verschillen tussen bedrijven. En deze verschillen worden alleen maar groter”, vertelt Jan. “Goed omgaan met nutriënten is een voorwaarde voor een scherpe voerconversie.”
Zichtbare verspilling: vermorsing
Zowel bij brij- als droogvoerbakken is voervermorsing een onderschat probleem, constateert Jan in de praktijk. Zijn oplossing: “Stel de bak wat ruimer af bij de opleg van biggen in de vleesvarkensstal. Zo komen de biggen snel aan het vreten en kunnen ze makkelijk voldoende voer opnemen. Wanneer de biggen vlot voer opnemen, zet je de bak krapper om vermorsing tegen te gaan.”
Ook de nippelopbrengst hoort in de juiste verhouding te zijn, vervolgt Jan. Een te lage opbrengst (norm 0.8 L/min) werkt extra klepelen in de hand met extra vermorsing als gevolg. Tip 1 is dan ook: Wees kritisch op het afstellen van brijbakken en droogvoerbakken gedurende de gehele mestperiode.
Niet-zichtbare verspilling
Niet-zichtbare verspilling, oftewel: zorg dat je voert naar behoefte. Met name voeren boven de norm zorgt voor veel verspilling. Het varken gaat niet beter presteren als je boven de behoefte voert. Sterker nog, waarschijnlijk presteert het dier zelfs minder, omdat het energie verspilt aan het afvoeren van overtollig eiwit. De enige zekerheid die je daarbij hebt is dat de voerkosten stijgen. Maar hoe ga je dit tegen? Jan: “Om verspilling tegen te gaan is een goede inschatting van de behoefte nodig. Hiervoor is inzicht in werkelijke voeropname noodzakelijk. Kijk hiervoor naar CDI, TEA, voerafname, etcetera.” Dit brengt ons bij tip 2: Zorg dat je op de norm voert, wat resulteert in maximale prestatie van het dier en minimale verspilling van nutriënten.
De enige zekerheid die je bij voeren boven de norm hebt, is dat de voerkosten stijgen.
Niet alleen te ruim voeren kost resultaat; voor te krap voeren geldt hetzelfde. Zeker in een warme periode loont het om op de schakelmomenten te controleren. Ga voor jezelf na of de dieren de juiste hoeveelheid start- of groeivoer hebben opgenomen, voordat ze overgeschakeld worden. En wegen de dieren op de schakelmomenten daadwerkelijk wat we willen dat ze wegen? Tip 3 is dan ook: Controleer continu of de dieren groeien volgens de ingezette curve.
Een 3- of 4-fasen systeem verdient zich terug
Het advies van Jan is om met een 3- of soms zelfs 4-fasen systeem te werken, zodat het beste naar behoefte gevoerd kan worden. Investeren in een extra silo kan al snel het overwegen waard zijn, licht Jan toe met een berekening: “Een extra fase met ook nog eens de juiste schakelmomenten kan een verschil tot wel €0,05 voerkosten per kilogram groei opleveren. Per jaarplaats is dit €15,-. Dit betekent dat je per 1000 vleesvarkens dus €15.000 per jaar kunt besparen! De extra silo is dan al snel het overwegen waard.”