Natuurinclusieve landbouw is een term die steeds vaker voorbij lijkt te komen. Daarom organiseerde Platform Natuurinclusieve landbouw Gelderland een open dag. Boeren, adviseurs en overheidsmedewerkers kwamen samen op Suzie’s Farm in Aalten om in gesprek te gaan. Geïnteresseerden werden geïnformeerd over natuurinclusief boeren en kregen praktische tips en inzichten in de financiële kant van het verhaal.
Natuurinclusieve landbouw is een manier van landbouw waarbij biodiversiteit is gecombineerd met landbouw. Hierdoor komen voedsel en natuur samen. In de huidige tijd zien steeds meer mensen in dat landbouw en milieu geen losstaande concepten zijn. Een samenwerking van deze systemen lijkt dan ook een toekomstbestendige manier van landouw te zijn. Op deze dag stond de kracht van ‘samen’ centraal.
Natuurinclusieve landbouwbedrijven
Alex Datema, directeur Food & Agri Rabobank Nederland en tevens melkveehouder, verwacht dat veertig procent van de landbouwbedrijven natuurinclusief zal zijn in 2040. De directeur sprak boeren motiverend toe: “Wij mogen afstappen van het gevoel dat we iets verkeerd hebben gedaan. Wij, als boeren, hebben eigenlijk precies gedaan wat ons is gevraagd. Jarenlang was het de trend om goedkoop, hoogkwalitatief en veel voedsel te produceren. Dat is gelukt en daar mogen we trots op zijn. Nu verandert de vraag en mogen we inspelen op andere wensen van morgen. Op dit moment is de hoeveelheid beschikbare grond voor landbouwers in Nederland te klein. Dit gebied zal in de toekomst waarschijnlijk alleen maar kleiner worden door de groeiende bevolking. Boeren staan daarom voor de uitdaging om zich anders te bewegen in deze ruimte.”
True value
De directeur deelde zijn economische visie op landbouw in de toekomst. Datema benadrukt de betekenisvolle rol van boeren in de maatschappij, welke zal blijven bestaan. Tevens meent hij dat we de voedselproductie van Nederland zeker niet moeten onderschatten. Dit land beschikt immers over deskundige boeren in een uitermate geschikt klimaat en over vruchtbare grond. “We mogen onze blik richten op andere onderwerpen als onderhoud van natuur en landschap, biodiversiteit, klimaatadaptatie, waterkwaliteit en -kwantiteit. Dit zijn waarden die iedereen belangrijk vindt, maar ook betaald moeten worden.”
Daarom spreekt de directeur over een systeem van ‘true value’ in plaats ‘true costs’. In de huidige marktprijzen worden kosten van de boer meegenomen: machines, onderhoud en werkuren. Datema pleit voor een systeem, waar ook de baten worden meegerekend. Aanpassingen voor het milieu hebben namelijk invloed op de gezondheid van dier en mens. “Daarom zou dit beloond moeten worden met een hogere prijs voor de boer,” vindt Datema. “Tevens dienen de prijzen interessant te blijven voor burgers. Op dit moment is de bio-prijs echt niet rendabel.”
Duurzaamheid investering voor de toekomst
Duurzaamheid is een investering voor de toekomst. Datema is daarom van mening dat de bank hierop dient in te spelen met duurzame leningen met lagere rentes, aflosvrije perioden van drie tot vier jaar en meer financieringsmogelijkheden. De bank neemt op deze manier samen met de boer het risico. Er zijn hiervoor vijf transitiepaden mogelijk volgens de directeur: verplaatsen, extensivering, omschakeling, innoveren om emissie te verlagen en stoppen met het bedrijf.
In de toekomst ziet Datema drie dominante bedrijfstypen. Allereerst zal er een groep hightech bedrijven zijn met schaalvergroting, die hun verdienmodel volledig halen uit de productie van voedsel. Ten tweede zal er een natuurinclusieve groep ontstaan die zich bezighoudt met ecosystemen en milieu. Ook zal er een multifunctionele groep zijn, die een combinatie is van deze vormen van landbouw. Datema verwacht dat de natuurinclusieve en hightech bedrijven gezamenlijk tachtig procent uit zullen maken van de Nederlandse landbouwbedrijven. De overige bedrijven zullen een combinatie hiervan zijn.
Duurzaamheid in de praktijk
Op deze dag gingen boerin Heleen Lansing en melkveehoudster Suzanne Ruesink in gesprek. Deze dames zijn in hun dagelijkse gang van zaken veel bezig met nieuwe duurzame oplossingen binnen hun bedrijf. Zo koopt Ruesink haar voer zoveel mogelijk in bij lokale boeren. Haar honderdzestig stuks melkvee leveren melk met Beter Leven 1 Ster. Dit houdt in dat het bedrijf extra aandacht heeft voor biodiversiteit, landschapsbeheer en dierenwelzijn. Ook heeft Ruesink een vleesvarkensbedrijf. Deze dieren worden voor tachtig procent gevoerd met reststromen uit de voedingsmiddelenindustrie, zoals aardappelschillen, kaas wei of reststromen uit bio-ethanol.
Kerende grondbewerking
Lansing heeft er met haar man voor gekozen om niet langer kerende grondbewerking toe te passen binnen hun bedrijf. Dit om de bodem te ontlasten. En dat terwijl haar man fanatiek deelnemer was bij de nationale ploegwedstrijden. Financieel gezien gaf Ruesink aan dat boeren zelf de onderhandelingen aan moeten gaan. “Laat het niet afhangen van andere sectoren.”
Daarvoor ging Lansing samen met collega boeren op pad in de omgeving Twente, in de buurt van hun boerderij in Haaksbergen, om op zoek te gaan naar nieuw geld in de landbouwsector. Ze ging in gesprek met een bouwbedrijf. Deze sector heeft ook te maken met duurzaamheidseisen. Een bepaald percentage van het budget voor hun bouwplannen dienen zij te investeren in duurzaamheid. “Hier liggen kansen,” vertelt Lansing enthousiast. “Bouwbedrijven kunnen houtwallen om onze weiden plaatsen. Zo investeren zij en hebben wij een nieuwe duurzaamheidstool op ons bedrijf.” Motivering en enthousiasme stonden centraal in het gesprek van de dames.
Een vierde tak
Ruesink heeft de keuze gemaakt om naast haar melkveebedrijf en vleesvarkensbedrijf Suzie’s farm op te richten, wat tevens de locatie is van deze open dag. Hier kunnen burgers gerechten eten die worden gemaakt van de producten van de boerderij van familie Ruesink. Tevens worden er streekproducten verkocht. Op deze manier creëert Ruesink een korte keten. Ze vertelt hierover: “Het grote publiek houdt van boeren en het landschap. Ze vinden het geweldig om te zien waar hun eten vandaan komt. We mogen meer samen op gaan trekken en hier ons voordeel uit halen, ook op financieel vlak.” Tevens heeft Ruesink een museum, speeltuin en follybos. Dit laatste is een bos met opvallende bouwwerken waar burgers hun dag door kunnen brengen. Op deze manier kunnen bezoekers een leuke dag hebben op haar boerderij.
De vraag die bij meerdere sprekers voorbij kwam op deze dag was: Waar word ik gelukkig van? Duurzame aanpassingen dienen te passen bij jóuw bedrijf. “Laat je inspireren. Doe je oogkleppen af. Verlaat je eigen bedrijf en ga in gesprek met mensen die een andere visie hebben dan jij. Ook al hebben ze een heel ander bedrijf. Daar leer je het meest van,” adviseert Ruesink. Datema voegt hieraan toe dat de belangrijkste stappen de stappen van morgen zijn. “Begin met kleine dingen die je nú kunt toepassen”, vertelt de directeur. “Ga op zoek naar een nieuw evenwicht. De bodem is een levend organisch systeem en geen chemische vergelijking. Voed je bodem alsof je de pens van je koe voedt. Door op deze manier de bodem mee te nemen in de bedrijfsvoering, is verandering al van start gegaan.”
Dit is een artikel uit de akkerbouwkrant. Meer soortgelijk artikelen lezen? Neem dan een gratis abonnement op de akkerbouwkrant.
Tekst: Kim Sjoers
Beeld: Rabobank Nederland en Kim Sjoers