Vanaf 1 januari 2025 worden de eisen van het Beter Leven-keurmerk aangescherpt voor bestaande stallen. Naast wijzigingen in groepsgrootte voor zeugen en vleesvarkens, voerligboxen en dichte vloeren, is het aanbrengen van daglichtvoorzieningen één van de belangrijkste aanpassingen. De volgende tien tips helpen je te bepalen wat in jouw situatie de beste aanpak voor ‘daglicht’ is.
10 tips voor het beste resultaat
1. Inventariseer huidige situatie
Controleer welke stallen op je erf al voldoen aan de eisen en welke stallen nog aangepakt moeten worden. De milieutekening van je huidige vergunning kan een goede basis zijn om hiermee aan de slag te gaan. Controle van maatvoering is ook belangrijk voor een goede basis van je berekening.
2. Onderzoek mogelijkheden
Bekijk welke opties je bij jouw stal hebt om daglicht binnen te laten, zoals lichtstraten via de gevels, dakramen al dan niet direct in de afdeling of wellicht via het plafond.
3. Maak een berekening
Bereken hoeveel vierkante meter daglicht je nodig hebt om aan de eisen te voldoen. Controleer de afmetingen van je huidige stallen en afdelingen hierbij goed zodat de uitgangspunten van je berekening kloppen.
4. Kies het juiste materiaal
Je materiaalkeuze, zoals glashelder of opaal glas, heeft invloed op de hoeveelheid daglicht en is onderdeel van je berekening. De keuze van je materiaal heeft invloed op de transmissiefactor voor je berekening.
5. Denk aan weersinvloeden
Overweeg de effecten van direct zonlicht en denk na over hoe je dit wilt reguleren. Kies je voor helder glas, of ga je juist voor opaal?
6. Bewaak brandveiligheid
Controleer of de daglichtvoorzieningen geen negatieve impact hebben op je huidige brandscheidingen.
7. Bouwkundige aanpassingen
Kijk goed naar de bouwkundige voorzieningen die je moet toepassen. Ga hier voor eenvoud en eenduidigheid om zo de kosten in de hand te houden. Ook het voorkomen van constructieve ingrepen kan kostenbesparend zijn.
8. Vergunning
Controleer of je plannen vergunningplichtig zijn en zorg dat je, indien nodig, op tijd de juiste vergunningen aanvraagt.
9. Minimaliseer installatietechnische wijzigingen
Probeer installatietechnische aanpassingen, zoals voor zonnepaneelinstallaties, tot een minimum te beperken. Door hier aanpassingen in te moeten doen kunnen de kosten aanzienlijk oplopen.
10. Beperk invloed op je bedrijfsvoering
Plan de werkzaamheden zodanig dat ze de dagelijkse bedrijfsvoering zo min mogelijk verstoren. Hierbij kun je denken aan het aanpassen van je stal op het moment dat deze mogelijk even leeg staat.
Bron: Agrifirm