In februari heeft Defensie haar wensen voor uitbreidingslocaties in heel Nederland gepresenteerd. LTO heeft daar direct tegen geageerd en leden opgeroepen voor hun regio zienswijzen in te dienen. Dit heeft resultaat gehad: inmiddels zijn al 2.500 bezwaren ingediend bij Defensie.
In de Notitie Reikwijdte en Detailniveau (NRD) van het Nationaal Programma Ruimte voor Defensie staat welke mogelijkheden het ministerie onderzoekt. LTO Noord vindt dat daarin te weinig oog is voor de belangen van de agrarische sector en dat kostbare landbouwgrond daarmee verloren gaat. Inmiddels zijn er dus 2.500 zienswijzen ingediend, bestaande uit zo’n 7.000 vragen. Deze vragen komen zowel van agrariërs, als van andere bedrijven, burgers en organisaties.
Wat is het gevolg van de zienswijzen?
De staatssecretaris van Defensie heeft op basis daarvan gesteld dat er meer tijd nodig is om zorgvuldig om te gaan met de ontvangen zienswijzen. Dit betekent dat de zogeheten Nota van Antwoord naar verwachting eind mei gereed is. De vaststelling van voorkeurslocaties door het kabinet vindt daarmee pas plaats eind 2024/begin 2025.
Wat vindt LTO Noord van deze vertraging?
LTO Noord is allereerst blij met de vele zienswijzen vanuit veel kanten die aantonen dat Defensie met haar ruimtelijke wensen misschiet. Anderzijds vinden wij dat Defensie – ondanks het belang van zorgvuldigheid – binnen acceptabele termijn duidelijkheid moet geven over haar toekomstplannen. Wij zijn vooral kritisch dat het proces keer op keer wordt vertraagd. Leden en ondernemers worden door deze overheidsplannen vanuit een andere hoek – dan vanuit de stikstofdiscussie-opgaves – klemgereden. Door toedoen van Defensie kunnen heel veel agrariërs nu geen plannen maken.
Voor welk ruimtelijk alternatief pleit LTO Noord?
Overigens biedt LTO Noord ook oplossingsmogelijkheden, want ze snappen het belang van Defensie. Ze vragen Defensie te investeren in bestaand vastgoed. Ook vinden ze het reëel dat – net zoals wenselijk zou zijn bij de stikstofdiscussie – breder gekeken gaat zijn naar de mogelijkheden van Europese samenwerking bij het zoeken naar geschikte oefenlocaties.
Bron: LTO Noord