Het goed verzorgen van biggen na het spenen is cruciaal voor hun gezondheid en groei. In dit artikel lees je over de vier belangrijke aspecten: voldoende voerbakken, voldoende water, schoon en vers voer, en het tijdig overschakelen naar opvolgvoer. Door deze tips te volgen, kunnen biggen optimaal blijven eten en drinken, wat hun ontwikkeling bevordert.
1. Voldoende voerbakken
Biggen komen na het spenen wel 30 keer per dag aan de voerbak om per keer een klein beetje voer op te nemen. Zorg dus voor voldoende voerbakken. Direct na het spenen mag er voor elke big een vreetplek zijn. Dit kun je voor elkaar krijgen door ronde kommen erbij te zetten. Verstrek in de ronde kom maximaal 100 gram per big per dag, zodat de biggen ook leren eten uit de standaard voerbakken.
2. Voldoende water
Water is vaak een vergeten nutriënt, maar na het wegvallen van de zeugenmelk een zeer belangrijke. De voeropname daalt namelijk als de wateropname daalt. Een big heeft minimaal 10% van zijn lichaamsgewicht aan water nodig. Voor een speenbig van zes kilogram is dit dus 600 milliliter water. In de eerste dagen na het spenen kan extra water worden gegeven in ronde kommen. Geef hier maximaal 50% van de bovenstaande opnamenorm. Biggen moeten immers de drinknippel leren kennen. Voer dit tot maximaal vier dagen na het spenen door.
3. Schoon en vers voer
Denk hierbij aan silohygiëne, voerbakhygiëne en de houdbaarheid van het voer. Probeer speenvoer niet langer dan vier weken in de silo te houden. Bij brijvoer komt hier ook nog de hygiëne van de mengtank bij.
4. Eerder overschakelen op opvolgvoer
Wanneer de opname van de voeders te hoog is, kan ervoor worden gekozen om eerder over te schakelen naar het opvolgende voer. Vooral in het speenvoer wordt gefocust op extra smakelijkheid en het stimuleren van voeropname. Bij biggen met een hoge opname is dit niet altijd meer nodig en kan eerder worden overgeschakeld.
Bron: De Heus