Geen ambitieuzer natuurbeleid dan de rest van Europa. Robuuste natuurgebieden en geen ‘snippernatuur’. Geen gedwongen krimp van de veestapel en geen gedwongen onteigening. Inzetten op een nieuwe regio-specifieke derogatie. Oog voor innovatie en de terugkeer van rode diesel. Dat zijn voor agrariërs enkele hoopgevende onderdelen van het hoofdlijnenakkoord van PVV, VVD, NSC en BBB.
“We willen dat boeren, tuinders en vissers weer een toekomst hebben”, zo stellen de vier partijen in het coalitieakkoord dat werd gesloten. “Baas in eigen bedrijf in landbouw en visserij; een impuls voor een toekomst van deze sectoren en voor voedselzekerheid van ons allemaal.” In het hoofdlijnenakkoord is dan ook een flinke paragraaf gewijd de agrarische sector.
Lef tonen in Brussel
Opvallend is dat de coalitie wil inzetten op aanpassen van Europese richtlijnen. Zo willen de partijen in Brussel pleiten voor een nieuwe, regio-specifieke derogatie van de Nitraatrichtlijn. Derogatievrije zones rondom Natura 2000-gebieden worden beperkt tot alleen de stikstofgevoelige natuurgebieden en de bufferstroken worden verkleind van 250 naar honderd meter. De maximale hoeveelheid van 170 kilogram stikstof uit dierlijke mest per hectare wordt uit de Nitraatrichtlijn geschrapt. Natura 2000-gebieden moeten worden herijkt tot een hoofdstructuur van robuuste natuurgebieden. Nu is volgend de coalitie heel Nederland nog als kwetsbaar bestempeld. Dit moet worden herzien, wat direct kan resulteren in meer plaatsingsruimte voor mest.
Landbouwinclusieve natuur
Om te kunnen boeren in evenwicht met de natuur wil de coalitie toe naar doelsturing in plaats van middelsturing. De kennis van de boer staat centraal en waar mogelijk worden bedrijfsspecifieke emissiedoelen geformuleerd. De huidige mestcrisis mag niet ontaarden in een generieke korting. Samenwerking tussen akkerbouwers en veehouders wordt gestimuleerd en verschillen in mestbeleid tussen akkerbouwgrond en grond voor de veehouderij moet worden opgeheven.
Voor wat betreft het natuurbeleid wordt in het akkoord gesproken over ‘landbouwinclusieve natuur’. Om de staat van de natuur te beoordelen, wordt de daadwerkelijk gemeten staat van het gebied leidend. De KDW gaat uit de wet en wordt vervangen door een juridisch houdbaar alternatief. Stikstofreductie vindt plaats daar waar dat aantoonbaar nodig is voor instandhouding van de natuur, maar ook andere drukfactoren worden aangepakt. Stikstofreductie is volgens de partijen nodig zodat er stikstofruimte ontstaat en extern salderen in elke provincie mogelijk wordt.
Er komt een juridisch houdbare, wetenschappelijk verantwoorde rekenkundige ondergrens, dan wel drempelwaarde, van minimaal 1 mol/ha/jaar. Op basis hiervan, of met beschikbare stikstofruimte via extern salderen, worden ‘PAS-melders’ met voorrang gelegaliseerd. Dit alles wordt juridisch geborgd.
De coalitie gaat niet sturen op gedwongen krimp van de veestapel en er komt geen gedwongen onteigening.
Rode diesel terug
In het akkoord staat letterlijk dat de rode diesel terugkomt voor boeren, tuinders en loonwerkers. Dit gaat schelen in de kosten, maar er staat echter niet bij wat het prijsverschil is met standaard-diesel.
Wordt dit een succes?
Dit hoofdlijnenakkoord zet stevig in op een gezonde toekomst voor de land- en tuinbouw. Zaken die afgelopen jaren gevoelig lagen in de politiek worden volgens het akkoord resoluut aangepakt. Maar, het akkoord lijkt vooral een opsomming van goede voornemens. Hoe deze voornemens werkelijkheid moeten worden, is onduidelijk. De vraag is ook wie zich hier mee bezig gaan houden. Daarbij willen de partijen spierballen tonen in Brussel. Een groot deel van het succes van de coalitie valt of staat met de nukken van de EU. Landbouwbewindslieden van de afgelopen jaren konden daar echter geen potten breken. De tijd zal uitwijzen of de nieuwe regering hier meer succes heeft. Daarbij moet de komende tijd ook nog uitwijzen hoe stabiel de samenwerking van de vier partijen echt is.
Tekst: Gerben Hofman