Volgens ABAB laten de halfjaarcijfers van de varkenshouderij in de eerste zes maanden van 2023 een goed herstel zien na de mindere jaren 2021 en 2022. De voerwinst steeg door hogere opbrengstprijzen in deze periode. Veel kosten bleven echter onverminderd hoog, maar de voerkosten zijn gedaald.
De afgelopen tijd stegen met name de kosten voor arbeid, energie en huisvesting en recent ook de mestafzet en de rentelasten. Hierdoor liep de kritieke voerwinst flink op. Toch is in 2023 – na twee moeilijke jaren – de opbrengstprijs weer hoger dan de kostprijs. De biggenprijs schommelt momenteel tussen de € 85 tot € 90 euro. Ook de prijs van vlees blijft met ruim € 2,25 per kilo hoger dan voorgaande jaren. De voerwinst is duidelijk hoger dan de uitgangspunten voor de lange termijn van € 693 per zeug en € 84 per aanwezig varken.
Extra reserveren
Op basis van deze cijfers wordt 2023 volgens ABAB naar verwachting een goed jaar voor de varkenshouderij. Het is belangrijk om nu extra te reserveren om de tekorten van 2021 en 2022 aan te vullen en de verwachte investeringen in dierwelzijn en milieu te financieren.
Uitdagingen en onduidelijkheid
Veel varkenshouders staan de komende tijd namelijk voor grote investeringen en uitdagingen, laat ABAB weten. Zo moeten bedrijven die deelnemen aan het Beter Leven-concept fors investeren in stalaanpassingen. Ondernemers die in aanmerking komen voor de LBV of LBV-plus, staan voor de strategische keuze wat te doen, afhankelijk van de potentie van de locatie en de ambitie van de ondernemer: deelnemen aan deze saneringsregeling of bezien wat de mogelijkheden zijn van innovatie, verduurzaming of verplaatsing. Het is zaak dat deze alternatieven tijdig door de overheid geboden worden, om zo een goede afweging te kunnen maken. Naar verwachting zullen er meer aanvragen worden gedaan dan het vastgestelde budget toelaat.
Bron: ABAB