Wageningen University & Research (WUR) heeft in 2023 in totaal 56.363 dierproeven uitgevoerd. Daarvoor zijn 55.968 dieren gebruikt. Dit is een afname van 46% ten opzichte van 2022. Deze daling is grotendeels te verklaren doordat er in 2023 minder onderzoek is uitgevoerd met als doel het monitoren van visbestanden. Datzelfde type onderzoek zorgde in 2022 juist voor een toename in het aantal dierproeven. Ook als we deze monitoring buiten beschouwing laten, is er een afname van 27% in het aantal dierproeven.
WUR doet onderzoek met dieren om onder meer hun gedrag en behoeften, de verspreiding van dierziekten en de interactie tussen mensen en dieren te kunnen onderzoeken. Een deel van dit onderzoek valt onder de Wet op de dierproeven (Wod), dan spreken we van een dierproef. In het WUR-jaarverslag Dierproeven 2023 staan alle cijfers met een uitgebreide toelichting. Omdat een proefdier voor meerdere proeven kan worden gebruikt, is het aantal gebruikte proefdieren altijd kleiner dan het aantal uitgevoerde dierproeven. WUR maakt er alleen gebruik van als er een wettelijke verplichting is, en/of als er geen proefdiervrij alternatief beschikbaar is.
Het uitvoeren van dierproeven blijft belangrijk
Dierproeven zijn en blijven echter nodig om aan onze verplichtingen en maatschappelijke bijdrage te kunnen voldoen. We krijgen steeds meer vragen rondom duurzame voedselproductie, gezondheid van mens en dier en interacties met onze leefomgeving waarbij dierproeven noodzakelijk zijn. En we hebben dieren ook nodig om onderzoek te doen naar alternatieve methoden en technieken die het aantal dierproeven kunnen verminderen, zoals het gebruik van sensoren om dieren te volgen in het wild. Daarnaast is het valideren en wettelijk toestaan van alternatieve methoden met name in Europees verband een langdurig proces waardoor we soms beschikbare alternatieven nog niet mogen toepassen.
In al het dierwetenschappelijk onderzoek dat WUR doet, stellen we het dier en dierenwelzijn centraal. Dat doen we onder meer door onze onderzoekers zo goed mogelijk op te leiden tot bekwame en kundige wetenschappers en door bij ieder onderzoek af te wegen of de verwachte opbrengst van een proef opweegt tegen het ongerief van de dieren. Daarnaast werken dierwetenschappers binnen het innovatieprogramma Next Level Animal Sciences samen met partners aan de (door)ontwikkeling van nieuwe onderzoeksmethoden en technologieën die van grote betekenis zullen zijn voor het verfijnen, verminderen en vervangen van de proeven.