Er zijn verschillende manieren om dierlijke mest te wegen, bijvoorbeeld met een aanboordweegapparaat of met een weegbrug. Echter zijn er sinds 1 april 2019 extra regels opgesteld voor het wegen van dierlijke mest. RVO.nl zet ze voor u op een rij.
Sinds 1 april 2019 zijn er extra regels voor het wegen van dierlijke mest:
- De weeginstallatie voldoet aan de eisen van het Besluit meetinstrumenten en marktdeelnemers aan niet-automatische weegwerktuigen.
- Bepaal het gewicht direct. Of op zo’n manier dat het gewicht van het transportmiddel of container niet meegeteld wordt.
- Gebruikt u een weegbrug? Bepaal dan het nettogewicht van de vracht mest door het gewicht van het transportmiddel zonder vracht, af te trekken van het gewicht van het transportmiddel met dierlijke meststoffen.
- De mest moet gelijk gewogen worden na de start van het vervoer. Dit moet op een weegstation vlakbij het vertrekpunt zijn. Het weegstation moet wel op de route liggen. De vervoerder mag niet vlak voor de bestemming wegen.
- Het is niet meer mogelijk om tussen opeenvolgende vrachten het leeggewicht te wegen. Bepaal het gewicht van het lege transportmiddel direct voor het transport.
- Bij export moet het gewicht van de vracht mest vooraf aan de export bepaald worden. Dus voor het passeren van de Nederlandse grens.
- Bij import moet het gewicht meteen bepaald worden als het transportmiddel op Nederlandse grond rijdt.
Weegbon
U heeft tijdens het transport een weegbon van het gewogen gewicht van de vracht dierlijke meststoffen bij u. Deze weegbon komt uit één of meer weeginstallaties. Dit kan een papieren of een elektronisch bewijs zijn. Het bewijs van het wegen kan uit meer delen bestaan. Zoals een bewijs van wegen van een leeg transportmiddel of container en een bewijs van het gewicht van het geladen transportmiddel of container. Uit beide bewijzen moet het (netto) gewicht van de vracht dierlijke mest blijken. Bewaar na het wegen het bewijs in ieder geval nog 5 jaar.
Vanaf 1 oktober 2019 komen er extra regels voor de weegbon. Op de weegbon staat in elk geval:
- gewicht
- datum en tijd van wegen
- identificatie van de weeginstallatie
Gebruikt u een weegbrug? Dan moet de weegbon in ieder geval deze gegevens hebben:
- gewicht
- datum en tijd van wegen
- identificatie van de weeginstallatie
- kenteken van het transportmiddel waarin de vracht wordt geladen (getrokken voertuig)
Identificatie van de weeginstallatie
De identificatie van weegsystemen kan op verschillende manieren. Welke informatie op de weegbon moet staan hangt af van de weeginstallatie.
Weegbrug
Bij een weegbrug gebruikt u minimaal 1 van de volgende gegevens:
- uniek keuringsnummer van de weeginstallatie
- adres van de weeginstallatie
Aanboordweegapparaat
U identificeert een aanboordweegapparaat met 1 of meer van de volgende gegevens:
- kenteken van het geladen voertuig
- combinatienummer (bij drijfmest)
- uniek registratienummer van de weeginstallatie
Oudere goedgekeurde weeginstallaties
Bij oudere goedgekeurde weeginstallaties gebruikt u een bon met een uniek keuringsnummer. Op de bon moet een voorgedrukt adres staan van de weeginstallatie. Voorwaarde is dat de weeginstallatie niet geüpdatet kan worden en dat de verkoper dit openbaar heeft gemaakt. U mag het bewijs van weging dan afdrukken op zo'n bon.
Aanboordweegapparaat
Heeft het transportmiddel een geijkt aanboordweegapparaat? Vul dan het nettogewicht van de vracht in op het Vervoersbewijs (VDM). Is zo'n apparaat niet aanwezig? Weeg het transportmiddel dan 1 keer met vracht en 1 keer zonder vracht.
Weegbrug
Bij gebruik van een weegbrug bepaalt u het nettogewicht door het gewicht van het transportmiddel zonder vracht, af te trekken van het gewicht van het transportmiddel met vracht. Vul op het Vervoersbewijs alleen het nettogewicht van de vracht in. Het gewicht van het lege transportmiddel wordt direct voor het vervoer bepaald.
Containervervoer
Bij containervervoer van vaste mest bepaalt u eenmalig het leeggewicht. Dit gewicht moet te zien zijn op de container en kan niet worden verwijderd.
Bron: RVO.nl