De NMV, NAV en Cumela hebben gezamenlijk een verzoek ingediend bij minister Schouten om de mestuitrijdperiode te verlengen. Dit tot minstens 15 september voor grasland en tot en met 30 september voor akkerland.
De organisaties geven als reden onder andere de uitzonderlijke hoeveelheden regen aan, die plaatselijk gevallen is in de afgelopen weken. De hoeveelheid regen is per gebied en ook binnen gebieden ontzettend verschillend. Het ene gebied is veel te nat en in het andere is nog maar een paar millimeter gevallen en is het nog steeds (erg) droog. De plaatselijk grote hoeveelheden neerslag hebben er toe geleid, dat akkerbouwers hun graan nog niet hebben kunnen oogsten. Zodat gemaakte afspraken over mestafzet naar akkerbouwers in het geding is komen.
Sleepvoetbemester
Daarnaast geldt voor melkveehouders, die gebruik moeten maken van de sleepvoetbemester, dat de 20 graden Celsius regel in combinatie met de overvloedige regenval, er bovendien toe heeft geleid, dat zij de afgelopen periode minder kans hebben gehad om mest op hun land te brengen. Veel melkveehouders zitten op dit moment nog met mest in hun kelders, die willen zij onder de juiste omstandigheden uit kunnen rijden. Daar hebben zij een werkbare en uitvoerbare datum voor nodig, die aansluit op en rekening houdt met de praktijkomstandigheden, aldus de drie organsiaties.
Vaker kleinere hoeveelheden
Anders dan het advies van de CDM, blijkt uit steeds meer onderzoeken dat het veel beter is om vaker, maar in kleinere hoeveelheden, mestgiften toe te dienen. Dat staat haaks op het advies om vooral in het voorjaar veel mest uit te rijden. Volgens de organisaties zorgt dat juist voor een onbalans in gewasgroei en bodemgesteldheid, waardoor er meer uitspoeling en emissie is bewerkstelligd. De optimale omstandigheden zijn van essentieel belang om toegediende nutriënten in de juiste vorm beschikbaar te maken voor het gewas, met zo weinig mogelijk nutriëntenverliezen. Om deze redenen verzoeken NMV, NAV en Cumela dan ook om een verruiming van de uitrijperiode van dierlijke mest tot zeker 15 september 2021 op grasland en tot en met 30 september 2021 op akkerland.
Praktijksituatie
Deze ruimte zorgt ervoor dat het beleid de praktijksituatie volgt. En dat de melkveehouders niet noodgedwongen ineens de putten leeg moeten rijden en er bij akkerbouwers tekorten ontstaan. De klimaatverandering zorgt er bovendien voor dat de groeiperiode van grasland langer is, waardoor een langere uitrijperiode gerechtvaardigd is. Ook het feit dat de derogatiebedrijven nog steeds vrijwel overal aan de nitraatnorm voldoen; is een prestatie die gestimuleerd zou moeten zijn. Het argument dat er een hoger bodemstikstofoverschot is wegens de klimaatverandering houdt wat dat betreft geen stand. De bemestingsnormen kun je op basis daarvan niet in een lopend jaar aanpassen. De datum van het uitrijden van de mest, om verliezen zoveel mogelijk te beperken echter wel. Dat pleit juist voor de verlenging van de termijn tot zeker 15 september.
Flexibele uitrijperiode mest
Doordat elk jaar de weersomstandigheden zeer verschillend zijn, is het vasthouden aan een uitrijperiode die gekoppeld is aan de kalender; naar de mening van de organisaties niet verantwoord bij het huidige mestbeleid. NMV, NAV en Cumela pleiten daarom voor een flexibele uitrijperiode voor mest. Waardoor een beter rendement uit de bemesting kan worden behaald. Indien dit niet mogelijk is zou de uitrijperiode zo moeten worden vastgesteld dat deze na 1 september voortduurt.
Bron: NAV