Minister Schouten beantwoorde gisteren vragen over het rapport Aanpak mestvervuiling veehouderij. Eén van vragen was: wat is de hoogte van de boetes op mestfraude? Hieronder vindt u de reactie van Schouten:
Boetes voor mestfraude
Bij overtreding van de Meststoffenwet worden drie soorten boetes onderscheiden die wettelijk zijn vastgelegd:
- Boetes voor ernstige overtredingen, zoals mestfraude, valsheid in geschrifte, worden op basis van de Wet op de economische delicten (Wed) opgelegd, in het kader van het wetboek van strafrecht (artikel 23);
- Bestuurlijke boetes voor niet/onjuist afgezette of geregistreerde stikstof of fosfaat (artikelen 57 tot en met 62 van de Meststoffenwet);
- Bestuurlijke boetes voor het niet voldoen aan de administratieve verplichtingen zoals vastgelegd in bijlage M van de Uitvoeringsregeling.
Bestuurlijke boete voor natuurlijk persoon maximaal € 83.000,-
De Wed bepaalt hoe hoog de boete is die kan worden opgelegd voor ernstige overtredingen en is afhankelijk van de classificatie van de overtreding (misdrijf of overtreding). Voor het maximale boetebedrag zoekt de Wed aansluiting bij de boetecategorieën zoals deze in artikel 23 van het Wetboek van Strafrecht zijn opgenomen. De boetes die krachtens de Meststoffenwet worden opgelegd worden begrensd door artikel 62 van deze wet. Artikel 62 van de Meststoffenwet bepaalt dat de bestuurlijke boete voor een natuurlijk persoon vanaf 1 januari 2018 in totaal niet meer mag bedragen dan € 83.000,-.
Maximaal € 830.000 boete voor rechtspersonen
Voor rechtspersonen is dit een bedrag van maximaal € 830.000. Als het boetebedrag hoger is dan deze wettelijke norm dan wordt het boetebedrag afgetopt/gematigd naar het maximaal toegestane boetebedrag. Voor de meer administratieve boetes bepaalt (en beperkt) bijlage M, behorende bij artikel 130 van de Uitvoeringsregeling Meststoffenwet de boete die (maximaal) kan worden opgelegd. Minister Schouten geeft aan onlangs de Kamer te hebben geïnformeerd over de afschrikwekkendheid van mestboetes.