Monomestvergisting is een cruciaal onderdeel van de oplossing voor de stikstof- en milieuproblematiek waarmee de veehouderij nu wordt geconfronteerd. In combinatie met een stikstofstripper blijft een veehouderij over waarbij de emissies van methaan en ammoniak meer dan gehalveerd zijn, stelt projectaccountmanager Harm Wientjes van DLV Advies.
“Als je dat combineert met vrijwillige extensivering of natuurinclusieve landbouw, dan haal je gemakkelijk 75 procent stikstofreductie in een gebied. We zullen vanuit de gebiedsprocessen veel meer het gesprek met elkaar moeten aangaan”, zegt Harm. Hij is ervan overtuigd dat met de combinatie van vrijwillige opkoop, managementmaatregelen en technische innovaties de stikstofdoelstellingen nabij natuurgebieden gehaald kunnen worden.
Monomestvergisting als speerpunt in de energietransitie
Monomestvergisting is volgens Harm daarbij een speerpunt. Bij monomestvergisting wordt de dagverse mest direct uit de stal afgevoerd, zodat er minder ammoniak emitteert. De mest wordt op het boerenerf vergist, wat groen gas oplevert en CO2 bespaart.
“Aangezien klimaatminister Rob Jetten heeft aangegeven dat er een bijmengverplichting komt van minimaal 20 procent groen gas op elke kuub aardgas in 2030, zal er veel groen gas nodig zijn”, betoogt Harm. “Die hoeveelheid is er nu zéker nog niet.” Het biogas uit de monomestvergisting kan worden omgezet tot groen gas of elektriciteit. Daarmee geeft mestvergisting ook antwoord op de energietransitie.
Kunstmestvervangers
De vergiste mest kan worden nabewerkt in een stikstofstripper, zodat de veehouder zijn eigen kunstmestvervanger kan produceren. Of de mest gaat na vergisting terug in de put, waarbij de vrijkomende ammoniak wordt afgevangen met een putluchtwassysteem.
“Zowel het strippen als het luchtwassen levert een kunstmestvervanger op. Die extra kunstmest is nodig om het verlies van de derogatie te compenseren”, geeft Harm aan. Bovendien resteert na het vergisten en strippen een dikke mestfractie met evenveel fosfaat, maar minder stikstof. Ook dat past beter bij de situatie zonder derogatie.
Besparing op aardgas
Tegelijkertijd bespaar je met de productie van eigen kunstmestvervangers heel veel aardgas die anders nodig zou zijn om de benodigde extra kunstmest te produceren als de derogatie wegvalt. Harm: “Monomestvergisting is de beste manier om in agrarisch gebied zowel de klimaatdoelen als de energietransitie te realiseren én het biedt een oplossing voor het wegvallen van de derogatie. Voorwaarde is wel dat de overheid dan haast dient te maken met het goedkeuren van kunstmestvervangers en met de vergunbaarheid van dichte vloeren.”
Realtime ammoniak meten
Tevens verwacht Harm dat er nog veel milieuwinst te behalen valt bij het realtime meten van ammoniakemissies in de stal. “Boeren kunnen dan direct ingrijpen door bij te sturen in het management. Denk aan vaker mestschuiven, water sproeien of sturen op ureum. Dan boor je een managementpotentieel aan dat nu nog volledig onbenut is.”
75 procent stikstofreductie met monomestvergisting
“Technische innovaties, managementmaatregelen gecombineerd met vrijwillige extensivering of natuurinclusieve landbouw kunnen zeker 75 procent stikstofreductie opleveren”, betoogt Harm.
Uiteraard moet die vrijwillige extensivering dan wel financieel ondersteund worden door de overheid. Dan blijft er voor veehouders een boterham te verdienen. “Maar dan heb je wel tegen een fractie van de kosten de doelstellingen bereikt”, is zijn overtuiging.
Bron: DLV Advies