De Europese regeringsleiders sloten op 21 juli een deal over het budget van de Europese Unie voor 2021-2027. Dat betekent ongeveer 10% minder geld voor het Gemeenschappelijk Landbouw Beleid (GLB). Het Europees Parlement en de parlementen van de 27 EU-lidstaten moeten nog instemmen met de deal, maar de kans dat er nog veel aan de deal verandert is klein. Onder leiding van de Frans-Duitse as ligt de kern vast. Tegen midden oktober moeten de onderhandelingen helemaal afgerond zijn, wil men in januari 2021 kunnen starten met de nieuwe begroting.
Het nieuwe GLB start naar verwachting in 2023. LTO Nederland vindt het niet uitlegbaar dat de Europese Commissie meer vraagt van de landbouw, maar er structureel minder tegenover stelt.
Inzet LTO
- LTO zet zich samen met de Europese landbouworganisatie COPA-COGECA in voor behoud van het GLB-budget met een sterke eerste pijler. Betalingen moeten doelgericht zijn en landen op het erf van de boer/tuinder.
- LTO wil een basispremie per hectare met “top-ups” volgens een menukaart. Aan de basispremie worden maatschappelijke eisen gesteld in lijn met wat nu geldt. De top-ups zijn vrijwillig en voor betalingen voor bovenwettelijke inspanningen die boeren en tuinders leveren aan natuur-, milieu-, klimaat- en dierenwelzijnsdoelen. Het aandeel in pijler 1 van deze “eco-regelingen” moet vooraf worden vastgesteld en als de regelingen niet volledig worden benut, dan moet het overgebleven geld naar hen gaan die wel aan eco-regelingen meedoen. Collectieven voor agrarisch natuurbeheer kunnen een rol krijgen in de uitvoering van eco-regelingen, maar ook in gebieden zonder collectief moeten boeren aan eco-regelingen mee kunnen doen.
- LTO is tegen extra overheveling van middelen van de eerste naar de tweede pijler. LTO vindt dat eerst duidelijk moet zijn welke inzet t.a.v. duidelijke doelen, toegankelijkheid, eenvoud en cofinanciering Nederland kiest. Pijler 2 geld moet landen op het boerenerf.
- LTO vindt dat het GLB boeren en tuinders moet helpen hun positie in de markt te versterken. Daarvoor bevat het nieuwe GLB de nodige instrumenten, zoals voor afzetbundeling (erkende producentenorganisaties), keteninitiatieven (interbranche-organisaties), innovatie en risico-afdekking (bijvoorbeeld de brede weersverzekering).
Planning
Nu er een Europees akkoord ligt, komt de GLB-discussie in een stroomversnelling. De verwachte planning is:
- Uiterlijk eind oktober 2020: Europees Parlement en de parlementen van de 27 lidstaten stemmen over de meerjarenbegroting
- Oktober 2020: EU landbouwraad bereikt op hoofdlijnen akkoord over het nieuwe GLB
- Oktober 2020: het Europees Parlement neemt een standpunt in over het nieuwe GLB
- Vanaf oktober: “triloog” tussen Raad, Parlement en Europese Commissie
- Begin 2021: akkoord over nieuw GLB
- 2021: Nederland dient het ‘Nationaal Strategisch Plan’ voor het GLB in in Brussel voor goedkeuring door de Europese Commissie
- In de loop van 2021: discussie over GLB-uitvoeringsverordeningen
- Voorjaar 2023: start nieuw GLB