Eiwitisolaten uit gras, rode klaver en luzerne bevatten voldoende eiwit. De verteerbaarheid voor varkens en pluimvee is echter nog aan de lage kant. Dit blijkt uit onderzoek in het project “Circulaire Bio-economie”.
Boeren in Europa telen veel gras. Het Europese areaal bedraagt ca. 238 miljoen. De opbrengst kan in de praktijk sterk variëren en bedraagt in Nederland gemiddeld 10,8 ton droge stof per hectare. De eiwitopbrengst per hectare kan sterk variëren van minder dan 1200 kg tot meer dan 2000 kg per hectare.
Eenmagige dieren verteren matig
Veehouders passen gras vooral toe in rantsoenen van rundvee. Het is geen gangbare grondstof voor varkens en pluimvee; onder andere omdat eenmagige dieren intact gras en groen blad maar matig kunnen verteren. De beperkte vertering hangt samen met het hoge vezelgehalte. Een deel van het eiwit is ingesloten in deze vezelfractie en slecht toegankelijk voor de verteringsenzymen van varkens en pluimvee.
Jonger gras
Uit onderzoek bleek dat varkens een hogere eiwitverteerbaarheid (oplopend van 40% naar 63%) realiseerden naarmate het gras in een jonger stadium werd geoogst; en dus een lager vezelgehalte had. Deze uitkomst biedt perspectief voor toepassing van raffinage van gras en groen blad, waarbij goed verteerbare eiwitten gescheiden worden van eiwitten die gebonden zijn in de vezelrijke fractie. Op dit moment is nog niet bekend of het eiwit dat vrijkomt bij de raffinage van gras en groen blad toegepast kan worden als eiwitbron in de voeding van varkens en pluimvee.
Project Circulaire Bio-economie
Schothorst Feed Research en Wageningen Livestock Research zijn samen met partners uit de diervoederketen op zoek naar het opwaarderen van circulaire grondstoffen tot waardevolle diervoeders. In dit onderzoeksproject is onder andere nagegaan of regionaal geproduceerd eiwit uit gras en groen blad kan bijdragen aan de eiwitvoorziening van varkens en pluimvee. Ook is er onderzocht of gras een potentiële vervanger kan zijn van traditionele eiwitbronnen; zoals sojaschroot.
Eerste resultaten
Inmiddels is een eerste verkenning uitgevoerd met geïsoleerd eiwit uit gras, rode klaver en luzerne. Ook is sojaschroot onderzocht als referentie. De verteerbaarheden zijn in het laboratorium geanalyseerd door de eiwitafbraak met behulp van zuren en verteringsenzymen na te bootsen. Alle producten hadden aanzienlijke eiwitgehaltes. Sojaschroot bevatte 48.9% ruw eiwit. De eiwitrijke isolaten uit gras, rode klaver en luzerne bevatten respectievelijk 42.4%, 51.7% en 58.6% ruw eiwit. De eiwitverteerbaarheden van sojaschroot en de isolaten uit rode klaver en luzerne verschilden echter aanzienlijk. Het eiwit uit sojaschroot en luzerne-isolaat was voor respectievelijk 97% en 79% verteerbaar, terwijl de eiwitverteerbaarheid van het rodeklaverisolaat 60% was. Vervolgonderzoek gaat zich richten op de economische en nutritionele randvoorwaarden voor toepassing van deze eiwitisolaten in de voeding van varkens en pluimvee.
Bron: WUR