Varkenshouders raken meer en meer geïnteresseerd in zelf mengen. Het financiële plaatje ziet er wellicht gunstig uit, maar het eigen maken van het proces van inkoop, samenstelling en bereiding behelst flink wat tijd.
Wanneer Bart Swinkels een rekensommetje maakt met het voordeel van zelf mengen, valt de zaal even stil. De groep varkenshouders – variërend in bedrijfsvoeringen en omvang – was al getriggerd door het concept van zelf mengen, anders waren ze niet naar Boxtel afgereisd om op de locatie van Kamplan te laten informeren over zelf mengen. Maar de omvang van het voordeel moet duidelijk even indalen.
Volgens Swinkels is het voordeel van zelf mengen 131.250 euro ten opzichte van de aankoop van compleet voer. “Met dat geld moeten de kosten van arbeid, elektra en investering vergoed worden. Ik kan je vertellen dat je voor dat geld prima kunt investeren in een goede voerinstallatie. Je hebt daarnaast de voordelen van kwaliteit in eigen hand en het sturen op resul[1]taat. Wat levert 0,1 winst in voerconversie op?”
Markt doorgronden
Bart Swinkels (Swinkels Nutrition), Peter van Mierlo (Big Dutchman) en Steen Jakobsen (MinAgro) hebben hun handen afgelopen jaar ineengeslagen om de varkenshouderij warm te krijgen voor zelf mengen. De drie initiatiefnemers kunnen varkenshouders informeren over het volledige pakket aan kennis dat noodzakelijk is om een rantsoen te maken. Met meerdere sessies op locatie en – op aanvraag – bij studieclubs en scholen adviseren de drie specialisten de veehouder op drie vlakken; inkoop (Steen Jakobsen), nutritie (Bart Swinkels) en techniek (Peter van Mierlo). Over aandacht hebben de drie niet te klagen. Vanwege de Covid[1]maatregelen zijn de sessies nog klein, maar interesse is er volop. Dat blijkt ook uit een vragenrondje bij de deelnemers. Veelgehoorde kreten om de techniek van voer malen in eigen hand te nemen, zijn het behoud van marge op het erf en beter afgestemd voer.
Verstoorde wereldmarkt
Dat er vanwege de hogere voerprijzen nu veel interesse is in het zelf malen van voer en het ter hand nemen van de inkooppositie, verbaast Jakobsen niet. “De markt is tumultueus op het moment, wat komt omdat de Chinezen de markt voor de gek hebben gehouden. De inschattingen van de Chinese tarwevoorraad waren verkeerd; en omdat de Chinezen zich op de markt gingen manifesteren ontstond er paniek en tekort aan met name granen. De heeft de markt flink opgeschud, waardoor grondstoffen[1]prijzen oplopen en veehouders gaan kijken naar manieren om de kosten te drukken.”
Ingangscontrole
Met grondstoffen en een installatie heb je als veehouder het gereedschap, maar nog geen voer. Volgens Bart Swinkels begint succesvol voer maken met een goede ingangscontrole. Het hectolitergewicht van granen zegt volgens de nutritionist veel over de kwaliteit. “Er is een lineair verband tussen het hectolitergewicht van bijvoorbeeld tarwe en het aandeel zetmeel. Voor een paar honderd euro heb je al hulpmiddelen beschikbaar die je helpen het hectolitergewicht te bepalen.
Voersamenstelling
Om uiteindelijk tot een succesvol voer te komen, moeten er keuzes gemaakt worden in grondstoffen. Volgens Swinkels wordt er vaak te ingewikkeld gedaan over voersamenstellingen. “Elk rantsoen bestaat grofweg uit drie[1]kwart koolhydraten. Daar heb je verschillende grondstoffen voor. Rogge en gerst zijn minder energierijk, maar worden door de hogere tarweprijs wat vaker ingezet. De extra ruwecelstof die het bevat ten opzichte van mais en tarwe komt de darmgezondheid ten goede.” Afhankelijk van de diergroep bestaat een rantsoen verder uit 15-20 procent ruweiwit, 2-5 procent ruw-as en de rest is vet en een kern. “De kunst is het pallet van grondstoffen zo in te richten dat je de darm goed benut en dat het fermentatieproces in de dikke darm niet verstoord wordt door onverteerd eiwit.”
Tekst en beeld: Rob van Ginneken
Je hebt zojuist een gedeelte gelezen van een artikel uit ons vakblad Varkensbedrijf!