Afgelopen vrijdag publiceerde de SDa (autoriteit Diergeneesmiddelen) de cijfers over het antibioticagebruik van 2023 voor Nederlandse landbouwhuisdieren met weer positieve resultaten. Het gebruik van antibiotica stabiliseert en uit de gegevens blijkt dat veel dierhouders en dierenartsen succesvol zijn in hun streven om het gebruik van antibiotica structureel te verlagen.
Antibioticagebruik onder Nederlandse landbouwhuisdieren
In de melkgeiten-, pluimvee-, rundvee- en varkenssector is het gebruikspatroon vergelijkbaar met het jaar ervoor. In de kalkoensector is het antibioticumgebruik gedaald met 34,2 procent ten opzichte van het gebruik in 2022. Het antibioticumgebruik in de kalversector en konijnensector is gestegen met respectievelijk 7,6 procent en 8,5 procent ten opzichte van 2022.
De verwachting is dat verdere reductie van het antibioticumgebruik in de gemonitorde diersectoren kan worden bereikt door het verlagen van het gebruik op bedrijven met een structureel hoog gebruik.
Focus blijft op hooggebruikers
De focus blijft ook de komende jaren liggen op een reductie van het antibioticumgebruik bij de structureel hoog gebruikende bedrijven en hun dierenartsen om daarmee de kans op het ontstaan en verspreiden van resistente bacteriën te verminderen.
“Het is toch ieder jaar weer positief nieuws dat onze inzet in verschillende sectoren zijn vruchten afwerpt. Daar mogen we best trots op zijn en we blijven ons onverminderd inzetten,” aldus portefeuillehouder Gezonde Dieren Jeannette van de Ven.
Hoe wordt het antibioticagebruik in de veehouderij gemeten?
De SDa vergelijkt jaarlijks de gebruikscijfers van antibiotica met de verkoopcijfers. De verkoop van antibiotica is in 2023 met 4,5 procent gestegen ten opzichte van 2022. De daling ten opzichte van het door de overheid aangewezen referentiejaar 2009 is nu 76,4 procent. SDa ziet de resultaten van 2023 als overwegend positief.
Bron: LTO