Afgelopen vrijdag stond demissionair minister Adema een aantal boerenorganisaties te woord. Hij wil binnenkort in Brussel onder meer pleiten voor soepelere mestregels. Hij hoopt dat de acties van agrariërs in andere Europese landen ertoe leiden dat er in Brussel meer begrip ontstaat voor de problemen van Nederlandse agrariërs.
“De boerenprotesten door heel Europa maken duidelijk dat het mestprobleem geen typisch Nederlands probleem is, maar een Europees probleem” zegt minister Adema van Landbouw. “Ik ben blij dat dit in Brussel nu gezien wordt. Nu is het duidelijk dat boeren in veel meer landen last hebben van beklemmende maatregelen.’’
Is het terecht wat Adema zegt?
Legt Adema hier de vinger op de zere plek of maakt hij zich er iets te makkelijk van af met deze uitspraken? Het klopt dat de Nederlandse wetgeving voortkomt uit de Europese wetgeving, maar ieder land mag zijn eigen regels maken op basis van de interpretatie van de Europese regels. In dit geval schrijft de Europese wetregeling voor dat de natuur beschermd moet worden. Nederland heeft dit vervolgens vertaald in het terugdringen van de stikstofdepositie. De vraag is dus of de regering, in de persoon van de minister van LNV helemaal vrijuit gaat in deze kwestie.
Derogatie misgelopen
Nederlandse agrariërs hebben jarenlang terecht een uitzonderingspositie gehad in het Europees mestbeleid in de vorm van de derogatie. Daar is onlangs, na veel onderhandelen, een einde aan gekomen. Met gevolg dat veeboeren nu hun mest voor veel geld moeten laten afvoeren en verwerken. “Ligt aan Brussel”, zo probeert de minister zijn handen nu in onschuld te wassen. Met zijn uitspraken gaat minister Adema er echter aan voorbij dat het afbouwen van de derogatie te danken is aan politiek ‘broddelwerk’ in Den Haag door de vorige minister Staghouwer. Dit ‘broddelwerk’ is namelijk de reden dat Brussel een streep door de derogatie heeft gezet.
“In Europa worden maatregelen bedacht die voor alle landen hetzelfde zijn. Maar wij zijn een heel ander land dan Spanje, dat weer anders is dan Italië of Duitsland” licht Adema toe. Hij wil de deze week met de Nederlandse agrarische sector bespreken welke maatregelen voor hen zouden werken, maar tegelijkertijd ook het waterkwaliteit verbeteren. Deze maand gaat Adema de Nederlandse voorstellen bespreken met zijn Europese collega’s: “Ik hoor van hen dat zij ook op deze manier in gesprek gaan met hun agrarische sector. Misschien is dit wel het moment om meer ruimte te krijgen.”
Laten we hopen dat Adema zich hard maakt voor de Nederlandse agrarische sector en zich in Brussel niet met een kluitje in het riet laat sturen.
Tekst: Selina Rolvink
Beeld: Martijn Beekman