Door de POV zijn niet alleen de strenge Brabantse natuureisen aangevochten, maar ook de Brabantse ruimtelijke eisen via het bestemmingsplan Mille en Sint Hubert. De Raad van State heeft hierover op 12 februari een uitspraak gedaan.
Raad van State
De Raad van State laat de ruimtelijke eisen van Brabant overeind, met uitzondering van de fijnstofeis. De fijnstofeis is namelijk in strijd met de luchtkwaliteitseisen in de Wet milieubeheer. Deze moet daarom uit de nu geldende Interim Omgevingsverordening geschrapt worden. “Dat is winst, maar voor het overige is dit een tegenvaller ", concludeert advocaat Franca Damen, van Damen Legal. Zij voert de procedure voor de POV. “Deze uitspraak lijkt ook andere provincies mogelijkheden te bieden om in de toekomst (onder de Omgevingswet) eigen voorwaarden te stellen.”
Regels terecht vastgesteld
Volgens de Raad van State zijn de regels over de BZV, cumulatie van geur, zorgvuldige dialoog en stalderen terecht vastgesteld. Dit geldt zelfs voor de in de BZV opgenomen aspecten zoals fosfaat-efficiency, diergezondheid en zoönosen, energie en brandveiligheid. De financiële gevolgen zijn volgens de Raad van State niet onevenredig voor veehouders. Het feit dat er afspraken zijn gemaakt over een eerlijke prijs voor de boer, blijkt niet van belang.
Belang provincie voorop
“Het gevoel bekruipt ons dat de Raad van State zich niet waagt aan de discussie en het belang van de provincie Brabant voorop stelt. Dit baart ons grote zorgen. Door het toestaan van extra eisen door provincies en gemeenten zijn in het licht van de toekomstige Omgevingswet veehouders in feite vogelvrij. Hopelijk wordt er vrijdag in ieder geval positief gestemd in de Brabantse Staten op het voorstel om de deadlines van de natuureisen uit te stellen. Ook is het door de coalitiecrisis in het provinciehuis nog wel de vraag of het beleid uiteindelijk politiek overeind blijft. Dus laten we vooral ook hoop koesteren,” aldus Linda Janssen, POV voorzitter.
Bron: POV