De vrees dat de PAS afgeschoten zou worden was er al langer, maar oplossingen konden pas gevonden worden wanneer er definitief uitsluitsel kwam van de Raad van State. Nu is het zoeken naar zinnige oplossingen om de vergunningverlening weer vlot te trekken.
De Programmatische Aanpak Stikstof (PAS) werd bij uitspraak van de Raad van State voor een deel onverbindend verklaard eerder deze maand. Geen verrassende uitspraak, want de PAS werd al reeds sinds de introductie met argusogen bekeken. Er waren vragen of een programmatische benadering – een combinatie van versc hillende maatregelen die herstel stimuleren, maar ook bedrijfsontwikkeling mogelijk maken – Natura 2000-gebieden wel voldoende bescherming zouden geven.
Prangende vraag
Een meer prangende vraag was of het programma dat de Nederlandse overheid ontworpen had, wel in lijn was met de Habitatrichtlijn waaraan de Nederlandse overheid zich in Europees verband aan moest conformeren. Met de PAS werd namelijk een hypotheek op de toekomst genomen. De verwachting was namelijk dat de stikstofuitstoot na de introductie van de PAS zou gaan dalen als gevolg van stoppende bedrijven, meer emissiearme stallen en generieke maatregelen voor het verlagen van de ammoniakuitstoot. Deze ruimte kon worden aangewend voor Natuurbeschermingsvergunningen nabij beschermde natuurgebieden. Door die toepassing van de PAS heeft de Raad van State op 29 mei jl. een streep gezet. De Raad van State concludeerde – na beantwoording van vragen door het Europees Hof – dat het vooruitlopen op toekomstige ontwikkelingen niet in lijn was met de voorwaarden voor vergunningverlening rondom Natura 2000-gebieden, omdat onomstotelijk vast moet staan dat genomen maatregelen niet leiden tot een toename van stikstofdepositie. Het Nederlandse beleid was echter gebaseerd op een verwachting dat de stikstofuitstoot zou verminderen, maar de wetenschappelijke onderbouwing voor die verwachting kon niet gegeven worden. Daarnaast bleek Nederland ook de beschikbaar komende ontwikkelruimte te overschatten. Nederland moest namelijk al herstelmaatregelen nemen om bepaalde Natura 2000-gebieden te ‘repareren’ na jarenlange hoge depositie, maar rekende die herstelruimte mee in de vrijkomende depositieruimte.
PAS loste problemen op
Dat de PAS onlangs werd afgeschoten, kwam volgens verschillende adviseurs niet als een verrassing. “Het verbaast mij eigenlijk dat er zoveel ophef ontstaan is over de uitspraak van de Raad van State’, erkent Chris van der Heijden (Van Dun Advies). “De vraag was niet of de PAS afgeschoten ging worden, maar eerder wanneer.” Ook advocaat Franca Damen staat niet te kijken van deze uitkomst. “Ik ben al langer kritisch op de PAS. Er werd ontwikkelruimte uitgedeeld op basis van toekomstige ontwikkelingen. Dat kan niet houdbaar zijn.” Volgens Fred van den Tempel (Tempeladvies) heeft de PAS echter wel veel geholpen bij de realisatie van nieuwe plannen. “Op sommige plekken zat de vergunningverlening volledig op slot. Voordat de PAS intrad was er het systeem van extern salderen, al dan niet met tussenkomst van een salderingsbank. Bedrijven die meer depositie gingen veroorzaken door. Uitbreiding, moesten bij een stopper ammoniakrechten overnemen. Maar wanneer er geen stoppers waren, was er geen ontwikkeling mogelijk”, legt Van den Tempel uit. Van der Heijden vult aan: “Niet elke stopper kwam in aanmerking omdat de geplande toename in depositie op een bepaald natuurgebied weer gecompenseerd moest worden met een stopper wiens depositie op hetzelfde natuurgebied moest verminderen. De stopper moest dus ook geografi sch gunstig liggen ten opzichte van de uitbreider. En dat bleek in sommige gebieden de ontwikkeling van bedrijven te frustreren. De PAS heeft voor die gebieden zeker een oplossing geboden.” Extern salderen was binnen de PAS niet toegestaan omdat het risico bestond dat ontwikkelruimte tweemaal werd uitgegeven.
Legalisering bestaande situaties
Naast dat de PAS op verschillende gebieden de vergunningverlening weer vlot getrokken heeft, bood de PAS ook een oplossing voor illegale situaties die door de jaren heen waren ontstaan. “Met name bij de melkvee houderij speelde dat. Tot 2009-2010 werden nauwelijks NB-wetvergunningen aangevraagd, terwijl melkveebedrijven wel flink groeiden, vaak zonder emissiearme systemen toe te passen. In aanloop naar de afschaffing van het melkquotum ging deze groei nog sneller. Omdat de emissiearme systemen in de melkveehouderij geen hoge ammoniakreductie kenden, gingen uitbreidingen vrijwel altijd gepaard met een…