Bijna een kwart van de boeren die vorig jaar in Nederland als bedrijfshoofd werkte was 65–plusser. Daarmee is de landbouw een van de meest vergrijsde sectoren van Nederland. In 1987 telde Nederland nog 13 procent bedrijfshoofden op de boerderij. In 2014 was dat percentage gestegen naar 22 procent. Dit meldt CBS. Van de totale werkzame beroepsbevolking In Nederland (dat zijn ruim 8,2 miljoen personen) is ongeveer 2 procent 65 jaar of ouder.
Oudere boer ploegt voort
De gepensioneerde boer(in) werkt niet altijd alleen op de boerderij. Op twee van de drie van deze bedrijven is er hulp van familieleden. Toch zijn er ook ruim 4,7 duizend boerderijen waar de boer of boerin het zonder deze hulp moet doen. Ook zijn er steeds meer boerderijen met een85-plusser als bedrijfshoofd. In 2007 telde Nederland er nog 172, in 2014 was dit aantal opgelopen tot 535, hiervan werkten er 170 zonder arbeid vanuit de familiekring. De boer blijft gemiddeld genomen lang actief in zijn vakgebied.
Hoe ouder, hoe kleiner
De boerderijen die gerund worden door 65-plussers zijn gemiddeld een stuk kleiner dan de bedrijven met een jongere boer als bedrijfshoofd. Voor de boeren vanaf 65 jaar geldt dat de landbouwbedrijven kleiner zijn naarmate leeftijd van bedrijfshoofd hoger is. Dit betekent dat naarmate de boer ouder wordt, hij langzaam afscheid neemt van zijn landbouwactiviteiten. Een landbouwbedrijf van een bedrijfshoofd tussen de 65 en70 jaar is de helft kleiner dan het bedrijf van een bedrijfshoofd jonger dan 65 jaar. Bij bedrijfshoofden ouder dan 85 jaar is dit 10 keer zo klein.
Veel 65-plusboeren in Oostzaan
Oostzaan is de gemeente met naar verhouding de meeste land- en tuinbouwbedrijven waar het bedrijfshoofd 65 jaar is of ouder. Dit is tevens de enige gemeente waar meer dan de helft van de bedrijven gerund wordt door een 65-plusser. Ook op Ameland en in Schinnen worden relatief veel boerderijen bestierd door een 65-plusser.
Bron: Persbericht CBS